Van Ardenne: EU moet Afrika helpen
De ministers van Defensie van de Europese Unie kunnen een veel grotere bijdrage leveren aan de stabiliteit in Afrika door militairen uit Afrikaanse landen op te leiden en terzijde te staan bij planning. Dat heeft minister Van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking woensdag gezegd na afloop van een informele ontmoeting met haar EU-collega’s in het Zuid-Limburgse kasteel Sint-Gerlach.
„De EU-lidstaten doen wel het nodige aan de opleiding van militairen in Roemenië of Bulgarije, terwijl dat in Afrika veel harder nodig is. Een land als Benin kan Europese hulp goed gebruiken”, aldus de CDA-minister. „Als we ook militairen die Afrikaanse talen spreken kunnen inzetten in de diverse brandhaarden op dat continent, heeft dat veel meer effect dan de inzet van Nepalese of Pakistaanse soldaten.”
Van Ardenne pleitte er woensdag verder voor de Europese ontwikkelingshulp meer ten goede te laten komen aan de armste landen, vooral in Afrika. „Daar gaat nu 40 procent van de hulp heen. De resterende 60 procent is bestemd voor de wat minder arme landen. Ik wil graag dat we als EU die verhouding kunnen veranderen en dat er 60 procent naar de meest arme landen gaat”, aldus de minister.
De geïndustrialiseerde landen spraken in 2000 af tegen 2015 de ergste armoede en honger overal in de wereld te zullen uitbannen. Volgens Van Ardenne is die ontwikkeling wereldwijd goed op gang. Voor Afrika dreigt de doelstelling echter niet gehaald te worden.
Daarbij is het volgens Van Ardenne ook van belang het nodige te doen aan de bestrijding van ziekten zoals aids. Een speciaal VN-programma hiervoor heeft van de EU noodhulp ter hoogte van 75 miljoen dollar gekregen om de eigen begroting voor dit jaar in ieder geval op peil te houden.
Volgens Europees commissaris Nielson (Ontwikkelingshulp) zijn de EU-lidstaten, ook de tien nieuwkomers, nu al verder dan verwacht met het verhogen van de budgetten van ontwikkelingshulp tot structureel 0,7 procent van het nationaal inkomen van een lidstaat. Volgend jaar zou de tussenstand van 0,39 procent per lidstaat gehaald moeten zijn. Volgens de Deense eurocommissaris zit de EU volgend jaar al op 0,42 procent.