Dat maakte premier Rutte de Tweede Kamer dinsdag duidelijk tijdens een coronadebat.

Tal van partijen, GroenLinks voorop, kruisten de degens met de minister-president met als doel een vervroegde heropening van de basisscholen te forceren. Onhaalbaar, somberde Rutte daarop.

GroenLinks-leider Klaver beschuldigde Rutte ervan de maatregel om ook basisscholen te sluiten „op drijfzand” te hebben gebaseerd. Wetenschappers staan er volgens hem „niet voor 100 procent” achter. Klaver verwees daarmee naar kinderarts en OMT-lid Károly Illy. Die betoogde dinsdagavond bij EenVandaag: „Voor de 1,4 miljoen basisschoolleerlingen zou het heel goed zijn als de regering zich realiseert dat dit een overhaaste beslissing is geweest. En dat de scholen na de kerstvakantie weer open kunnen.”

Door de scholen te sluiten, laat het kabinet volgens GroenLinks zien dat het de verkeerde prioriteiten stelt. Eerst moeten Schiphol, de slachthuizen en de kerken volgens de partij harder worden aangepakt. PvdA en de Partij voor de Dieren sloten zich daarbij aan.

In het meest recente OMT-advies valt te lezen dat „een fysieke schoolsluiting” onderdeel zou kunnen zijn van een breed pakket aan maatregelen. Zo’n pakket is volgens de deskundigen nodig. De huidige, hoge besmettingsgraad is volgens hen namelijk het gevolg „van een in veel te grote getale en te brede mate plaatsvinden van op zichzelf kleine risico’s van virusoverdracht.”

Rutte wees erop dat het OMT in deze uitermate moeilijke en zelfs gevaarlijke fase van de pandemie niet gericht per maatregel kan aangeven wat die bijdraagt aan het terugdringen van het besmettingsrisico. Hij wilde hooguit beloven dat de eerste maatregel waarvan het kabinet in januari zal bezien of die kan worden teruggedraaid de sluiting van de basisscholen is. „Maar wordt niet boos als we zeggen dat het echt te onzeker is.”

De premier zag ook nog een procedureel bezwaar: wijzigingen in ministeriële regelingen moeten vooraf aan de Kamer worden voorgelegd en kunnen pas een week daarna van kracht worden. Een heropening op 12 januari zou dus betekenen dat het kabinet het OMT moet vragen al op 5 januari aan te geven wat het effect van de jaarwisseling op het besmettingsrisico is geweest. Te vroeg, stelde Rutte.

Toen PvdA-leider Asscher vervolgens betoogde dat regels het welzijn van kinderen nooit in de weg mogen staan, deed Rutte een kleine toezegging: we kijken ernaar.

De suggestie dat kerkgenootschappen tijdens de pandemie de organisatie van de diensten niet aanpassen, wees Rutte van de hand: „Zij conformeren zich aan de regels die elders gelden.” Rutte zei ook dat de meeste kerken buitengewoon verantwoordelijk handelen en het grootste deel van het werk op afstand, maar voegde daaraan toe dat „excessen” nooit zijn uit te sluiten.