Burgemeesters en winkeliers België vrezen komst Nederlanders
Burgemeesters en winkeliers in België zetten zich schrap voor de mogelijke komst van Nederlanders en Duitsers die uitwijken naar Belgische winkels nu die in eigen land moeten sluiten. Grensgemeenten willen in ieder geval extra handhavers inzetten.
Burgemeester Raf Terwingen van Maasmechelen, dat aan Geleen grenst en een aantal grote winkelcentra telt, „wacht een beetje angstig af”, zegt hij op de Belgische nieuwszender Radio 1. Hij kan zelf de grens niet sluiten, maar „dat moet bekeken worden” door de verantwoordelijke ministers, vindt hij. Terwingen begrijpt „dat dat heel veel pijn doet, maar het hoogste goed is en blijft onze gezondheid”. Hij wijst erop dat de grens in het voorjaar wel dicht ging, en „toen was het minder erg dan nu”.
Ook Comeos, de Belgische federatie voor de detailhandel, trekt aan de bel over Nederlanders en Duitsers die mogelijk in België zullen gaan shoppen nu de niet-essentiële winkels in de twee buurlanden dicht moeten. De organisatie wil overleg met de autoriteiten over het in goede banen leiden van het winkelend publiek in de doorgaans toch al drukke kerstperiode.
De niet-noodzakelijke winkels in België zijn op 1 december juist weer na een maand sluiting heropend. De winkeluitbaters zijn in België verantwoordelijk voor wat er in en voor de winkels gebeurt. Zo moeten ze het aantal mensen dat tegelijk naar binnen mag, met mondkapje op, controleren en zorgen voor ontsmettende handgel bij de entree. „Maar de lokale besturen en politie moeten de straten controleren”, vindt Comeos-baas Dominique Michel.
De detailhandelsorganisatie vraagt de minister van Binnenlandse Zaken om waar nodig extra politie in te zetten en extra personeel te posten om de drukte de komende weken te beheersen en veilige winkelomstandigheden te verzekeren.