Slag om Buttiglione is ook strijd om de macht
Problemen genoeg in Europa, en grote ook. Om enkele terreinen te noemen: economie, veiligheid, milieu. Maar die kregen dinsdag in een debat in het Europees Parlement over het aantreden van de Commissie-Barroso nauwelijks aandacht. De discussie draaide vooral om de persoon van Buttiglione.
Drie weken geleden bestempelde deze conservatief rooms-katholieke Italiaan homoseksualiteit als een zonde en toonde hij zich een pleitbezorger van de traditionele rol van de vrouw binnen het huwelijk. De linkse partijen en de liberalen gruwen ervan. Zij achten betrokkene, een vriend van de paus, volstrekt ongeschikt om de post van Justitie en Burgerlijke vrijheden te gaan beheren. Zo iemand kan geen motorfunctie vervullen bij het ontwikkelen van beleid op dat gebied, beargumenteren zij.
Het ging er tijdens de discussie in Straatsburg, die functioneerde als opmaat naar de geplande stemming van vanmiddag, soms stevig aan toe. Wiersma (PvdA) bijvoorbeeld kwalificeerde de uitlatingen van Buttiglione als „kwetsend en provocerend.” Een afgevaardigde van uiterst links had het over „een middeleeuwse visie” en aanvoerder Cohn-Bendit van de groenen waarschuwde: „Fundamentalistische religie is gif voor de democratie.”
Maar er waren ook tegengeluiden. De tweemansdelegatie van ChristenUnie-SGP verklaarde via de bijdrage van Blokland aan de gedachtewisseling „zeer ontstemd” te zijn over de ophef met betrekking tot de standpunten die de kandidaat-commissaris begin oktober openhartig ventileerde. „Er is hier sprake van discriminatie op basis van geloofsovertuiging. Onder de noemer van tolerantie en verdraagzaamheid wordt slechts dát getolereerd wat progressief Europa zelf wil horen”, hekelde Blokland.
Hij kreeg bijval van de vooraanstaande Duitse christen-democratische europarlementariër Brok. Die herinnerde aan het onderscheid dat Buttiglione eerder aanbracht tussen moraal en recht, riep op de genomineerde alleen op zijn capaciteiten voor de baan in Brussel te beoordelen en benadrukte verder: „We mogen geen dictatuur van de heersende mening toestaan.”
Ondertussen voert het Parlement in het verbale geweld rond de benoeming van de Italiaanse professor tevens een strijd om meer macht. Het probeert terrein te winnen op een andere EU-instelling, te weten de Raad ofwel de nationale lidstaten.
Die blijken op de achtergrond eveneens fors hun invloed aan te wenden in het gerezen conflict. Fractievoorzitter Watson van de liberalen constateerde in het debat dan ook: „Er is een onzichtbare olifant aanwezig in deze vergaderzaal: de hoofden van de regeringen.”
Barroso, die klemzit tussen beide partijen, gaf zelf aanleiding tot deze constatering. Hij duidde een reorganisatie van de portefeuilles aan als geen verstandige optie. Uit alle raadplegingen in de afgelopen tijd had hij geconcludeerd dat het opgaan van die weg zou uitlopen op een crisis. „Het zal meer problemen veroorzaken dan oplossen”, betoogde hij en daar voegde hij veelzeggend aan toe: „De Raad speelt ook een rol.” Met andere woorden: Die liet een herschikking niet toe.
Nog even de spelregels: Elk van de 25 EU-landen draagt een gegadigde voor de Commissie voor. Het EP kan alleen de hele ploeg afwijzen, niet een individueel lid daarvan. Het wil laatstgenoemde verdragsbepaling graag in de praktijk in zijn voordeel bijbuigen. Het poogt de zeggenschap op dit punt uit te breiden, ten koste dus van de Raad.
De bevoegdheid voor wat betreft de verdeling van de taken berust formeel bij de voorzitter. De mededelingen van Barroso deden echter vermoeden dat vooral de Italiaanse premier Berlusconi had gedreigd met flinke heibel als de vanuit Rome aangereikte kandidaat was verbannen naar een minder gevoelig beleidsonderdeel, zoals geëist door links en liberalen.
Die verwijten Barroso dat hij te veel de oren laat hangen naar de hoofdsteden en te weinig naar het EP, dat hij het schoothondje dreigt te worden van de lidstaten. Voorman Schulz van de socialisten verwoordde het gisteren zo: „Hij maakt blijkbaar de afweging dat uit het tegen zich in het harnas jagen van de Raad grotere politieke schade voortvloeit dan uit het trotseren van het Parlement.”
Watson meent dat de regeringen door hun verzet tegen de voorstellen tot aanpassingen kiezen voor een zwakke Commissie. En verder: „Zij moeten de beste mensen naar de EU sturen en de wensen van de volksvertegenwoordiging respecteren.”
Dat de kabinetsaanvoerders hun partij meeblazen, kwam ook tot uitdrukking in de telefoontjes die, zo viel her en der te beluisteren, Schröder (Duitsland), Blair (Groot-Brittannië) en Zapatero (Spanje) de voorbije dagen pleegden met bevriende parlementariërs in Straatsburg om hen op het hart te binden toch vooral niet tegen de nieuwe Commissie te stemmen. Een hierover gepikeerde Britse liberale afgevaardigde: „Het zou beter zijn als Blair, om de impasse te doorbreken, belt met Berlusconi.”
En dan klonk er in dit kader ook nog kritiek aan het adres van Nederland. Den Haag was in de hoedanigheid van huidig voorzitter van de EU uitgenodigd om namens de Raad het debat van gisteren bij te wonen, liet EP-voorzitter Borrell nadrukkelijk weten, maar het voor ministers en staatssecretarissen gereserveerde bankje bleef leeg. Watson tegen Barroso: „Ook nu weigert de Raad u hulp te bieden.”