Tegenslag bij ontwikkeling coronavaccin Sanofi en GSK
De farmaceuten Sanofi en GlaxoSmithKline (GSK) hebben een tegenvaller te verwerken bij de ontwikkeling van hun coronavaccin. De werking van het vaccin bij oudere patiënten is minder goed dan gehoopt en dat zorgt voor vertraging bij het ontwikkelingsprogramma. Het vaccin zal daardoor pas eind 2021 beschikbaar komen en dat is later dan eerder gedacht.
De farmaceuten zeggen dat het vaccin bij volwassenen in de leeftijd van 18 tot 49 jaar zorgt voor een immuunreactie die overeenkomt met die van patiënten die zijn hersteld van Covid-19, maar dat bij oudere mensen de immuunreactie zwak is. Dat komt waarschijnlijk omdat de concentratie van het middel dat de afweerreactie moet opwekken, het zogenoemde antigeen, te laag is.
Er worden in februari nieuwe testen begonnen, waarbij het middel van Sanofi en GSK ook vergeleken zal worden met een goedgekeurd coronavaccin. Als deze testen positief uitvallen dan zou in de tweede helft van volgend jaar goedkeuring aangevraagd kunnen worden bij autoriteiten. Dat zorgt dan wel voor een vertraging bij het op de markt brengen tot het vierde kwartaal van 2021, terwijl hier eerder op medio volgend jaar werd gemikt.
Volgens de bedrijven zijn overheden waarmee contracten zijn getekend voor het vaccin geïnformeerd over de vertraging. Het gaat bijvoorbeeld om de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en ook de Europese Commissie. Het Franse Sanofi en het Britse GSK hebben de capaciteit om jaarlijks 1 miljard doses van het vaccin te maken, zo werd eerder bekend.
„We zijn teleurgesteld, maar onze besluiten worden altijd bepaald door wetenschap en data. We blijven vertrouwen hebben en zijn toegewijd om een veilig en doeltreffend coronavaccin te leveren”, zegt Sanofi.