Aanslagpleger Trier parkeerde auto en rookte sigaret na ramprit
De bestuurder van de auto die dinsdag in het Duitse Trier vijf mensen doodreed en achttien anderen ernstig verwondde, parkeerde zijn auto na de ramprit en rookte rustig een sigaretje. Dat zei het plaatsvervangend hoofd van de politie van de Duitse stad vrijdag.
Politieagenten vonden de 51-jarige man staande achter zijn auto, vertelde Franz-Dieter Ankner aan parlementariërs tijdens een speciale vergadering van de commissie Binnenlandse Zaken van de westelijke deelstaat Rijnland-Palts. „Hij keek met een grijns naar de hulpdiensten”, zei Ankner.
Politieagenten hielden hem meteen aan. De man wordt beschuldigd van moord, poging tot moord en zwaar lichamelijk letsel. Het parket zegt dat hij van plan was „zoveel mogelijk mensen te doden of op zijn minst te verwonden”.
Het motief blijft onduidelijk. Deelstaatminister van Binnenlandse Zaken Roger Lewentz zei dat een politiek of religieus motief in dit stadium is uitgesloten. De verdachte heeft bij verhoor „tegenstrijdige en soms onbegrijpelijke informatie” verstrekt, zei hij tegen de parlementaire commissie.
De man schijnt voorafgaand aan de aanval niet bekend te zijn geweest bij de autoriteiten. Hij reed dinsdag met zijn SUV in een zigzagformatie met hoge snelheid door een voetgangersgebied in het centrum van Trier. Onder de doden waren een negen weken oude baby en haar 45-jarige vader.
24 mensen raakten gewond, zei een politiewoordvoerder vrijdag. Dat aantal werd bijgesteld ten opzichte van een eerdere achttien nadat meer mensen verwondingen hadden gemeld waarvoor geen ziekenhuisbehandeling nodig was. Het aantal zwaargewonde slachtoffers bleef gelijk op zes.
Plaatsvervangend politiechef Ankner zei dat er munitie in het voertuig was ontdekt, maar dat geen vuurwapen is gevonden.
Uit onderzoek blijkt dat de man, die dronken was op het moment van de aanslag, alleen handelde. Hij is alleenstaand, werkloos en had volgens Ankner geen geregistreerd adres. De politie denkt dat hij de nacht in de auto had doorgebracht, die een kennis hem als gunst had geleend.