DNB berispt Japanse bank om falend witwastoezicht
De Nederlandsche Bank (DNB) heeft de Japanse Mitsubishi UFJ Financial Group (MUFG) berispt omdat het beleid tegen witwassen en andere financiële criminaliteit onvoldoende was. Een Europese dochter van het financiële concern, dat wegens de brexit een deel van zijn activiteiten naar Amsterdam verhuisde, moet van de toezichthouder snel beterschap tonen.
Het MUFG-onderdeel had volgens DNB geen goed werkende methode om op tijd risico’s op verdachte transacties op te merken. Daardoor zou de bank niet op tijd kunnen ingrijpen bij een verhoogde kans dat via de financieel dienstverlener geld uit de criminaliteit wordt witgewassen.
De bank kreeg de aanmaning om de processen te verbeteren al in de zomer van 2019, maar DNB maakte dit dinsdag pas bekend. Inmiddels heeft de MUFG-dochter een herstelprogramma opgezet. Daarover brengt de bank geregeld verslag uit aan DNB.
DNB legde dezelfde bank in maart een boete op van 2,5 miljoen euro. Dit had niets te maken met witwassen, maar met het feit dat het dochterbedrijf een blootstelling van meer dan 25 procent had bij zijn moedermaatschappij. Het is voor banken niet toegestaan om dusdanig afhankelijk te zijn van één ander bedrijf, omdat dit voor grote schade kan zorgen bij een onverhoopt faillissement van die partij.
Een woordvoerder van MUFG laat weten dat de bank de besluiten van DNB „zeer serieus neemt”. „We betreuren dat we niet hebben voldaan aan de hoge standaarden die wij nastreven.” Het bedrijf vertrouwt erop dat de ondernomen acties voldoende zijn om herhaling te voorkomen.
De controle op het beleid tegen witwassen binnen het bankwezen is de laatste jaren aangescherpt. ING betaalde in 2018 een boete van 775 miljoen euro wegens tekortkomingen bij acties tegen witwassen. Het Openbaar Ministerie onderzoekt ook of ABN AMRO steken heeft laten vallen bij de voorkoming van witwassen.