Wall Street sluit goede beursmaand november lager af
De aandelenbeurzen in New York zijn maandag overwegend met verlies gesloten. Beleggers op Wall Street namen wat winsten op de laatste handelsdag van de sterke beursmaand november. De stemming op de financiële markten werd de afgelopen tijd gesteund door de hoop op coronavaccins.
De Dow-Jonesindex eindigde 0,9 procent lager op 29.638,64 punten. Eerder deze maand brak de Dow nog voor het eerst door de grens van 30.000 punten. De brede S&P 500 zakte 0,5 procent tot 3621,63 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq was vrijwel onveranderd op 12.268,32 punten.
Farmaceut Moderna kondigde aan goedkeuring aan te vragen voor zijn coronavaccin in de Verenigde Staten en de Europese Unie. Dat doet het Amerikaanse bedrijf nadat de werkzaamheid ook na een uitgebreide analyse positief is gebleken. Het vaccin is voor 94,1 procent effectief en er zijn nauwelijks bijwerkingen. Het aandeel Moderna sprong ruim 20 procent omhoog.
S&P Global (plus 3,1 procent) stond eveneens in de schijnwerpers. Het bedrijf achter kredietbeoordelaar S&P maakte bekend 44 miljard dollar te willen betalen voor marktonderzoeker IHS Markit. De deal wordt volledig in aandelen afgehandeld. Als de overname door toezichthouders wordt goedgekeurd worden twee van de grootste aanbieders van data op Wall Street samengevoegd.
Veder ijlde koopjesfestijn Black Friday na op de beursvloer. De verkopen op de dag zelf bleven achter bij de verwachtingen. De vrees voor het virus maakte dat minder koopjesjagers zich in de winkel waagden. Winkelbedrijven als Macy’s, Kohl’s en Best Buy daalden tot 3,9 procent. Amazon leverde 0,9 procent in.
De maker van elektrische voertuigen Nikola kelderde bijna 27 procent. Nikola en autoconcern General Motors (GM) hebben een eerder overeengekomen samenwerkingsdeal aangepast. Daardoor neemt GM toch geen aandelenbelang in Nikola en wordt er geen gezamenlijke elektrische pick-uptruck gebouwd. GM verloor 2,7 procent.
Verder ging de aandacht uit naar de oliesector, nu landen van oliekartel OPEC en bondgenoten (OPEC+) praten over het al dan niet verlengen van de afspraken over productiebeperkingen. Vooruitlopend op die beslissing zakte de olieprijs maandag weg nadat eerder de hoogste stand in maanden werd bereikt. Oliebedrijven als Chevron, Occidental Petroleum, ExxonMobil en ConocoPhillips werden tot 7,5 procent lager gezet.
De euro was 1,1931 dollar waard, tegen 1,1950 dollar bij het slot in Europa. Een vat Amerikaanse olie werd 0,8 procent goedkoper op 45,18 dollar. Brentolie kostte 1,1 procent minder op 47,6 dollar per vat.