De 49-jarige Djalali zit sinds kort in eenzame opsluiting en daarmee lijkt zijn executie ophanden, waarschuwen mensenrechtenorganisaties. De gastdocent van de Vrije Universiteit Brussel zit sinds 2016 vast. Tijdens een werkbezoek aan Iran werd hij opgepakt, beschuldigd van spionage en na een schijnproces ter dood veroordeeld.

De zaak maakt veel los in Zweden en België. Beide landen hebben er nog eens bij Iran op aangedrongen van de uitvoering van het vonnis af te zien. De Vlaamse universiteiten vroegen ook de EU om „maximale druk” uit te oefenen.

Borrell staat volgens zijn woordvoerder over de zaak in contact met de Duitse ambassade in Teheran. Die behartigt de belangen van de EU in Iran. De buitenlandchef van de EU onderstreept nog eens dat de unie „te allen tijde en in alle gevallen de doodstraf krachtig en ondubbelzinnig” afkeurt.

Iran gebruikt Djalali als ruilmiddel om België zover te krijgen een Iraanse diplomaat vrij te laten die terechtstaat voor het beramen van een verijdelde aanslag, menen deskundigen. Die rechtszaak begint vrijdag in Antwerpen. Ook VUB-rector Caroline Pauwels acht zo’n opzet „plausibel”. Soortgelijke deals sloot Iran eerder met onder meer de Verenigde Staten en Frankrijk. „Het gebeurt”, zei ze op de Vlaamse nieuwszender Radio 1.

Behalve de diplomaat zou Iran ook de drie andere verdachten, onder wie een Belgisch-Iraans stel dat een zogeheten slapende cel zou zijn geweest, graag vrij zien. De vier wilden een bom laten ontploffen op een bijeenkomst van een Iraanse verzetsbeweging in Frankrijk, met tal van buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders, zegt het Openbaar Ministerie.