Kerk & religie

„Geef stilte en lofprijzing een plek in de eredienst”

Een hymne in de Vroege Kerk is „een lofzang” op God of Christus, waarin de lof wordt gezongen over Zijn scheppende hand, Zijn goedertierenheid, Zijn liefde, Zijn trouw, Zijn wijsheid en Zijn bereidwilligheid te vergeven.

Van onze correspondent
20 November 2020 10:30Gewijzigd op 30 November 2020 11:16
Ds. A. A. F. van de Weg. beeld RD
Ds. A. A. F. van de Weg. beeld RD

Dat zei prof. dr. M. A. van Willigen donderdagavond in de Victorkerk in Apeldoorn tijdens zijn lezing ”Hymnen in de Vroege Kerk”.

De bijeenkomst in het kader van de Week van de Vroege Kerk was georganiseerd door de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA). De avond had als thema ”De lofprijzing in de Vroege Kerk en nu”.

In de Victorkerk, waar zo’n dertig aanwezigen waren, behandelde Van Willigen, bijzonder hoogleraar Bijbeluitleg Vroege Kerk aan de TUA, enkele hymnes uit zijn boek ”Aanbidden met Ambrosius in de vroege kerk”. Deze dwarsligger werd woensdag tijdens een minisymposium gepresenteerd.

Volgens de Apeldoornse hoogleraar werden de hymnen uit de Vroege Kerk in de middeleeuwen in kloosters gezongen. Hij prees het verstilde karakter en het rustgevende effect van de lofzangen die iets van een „kloostergevoel” teweegbrengen.

In zijn bespreking van enkele hymnes wees Van Willigen op de inbedding in het kloosterritme van de gebedsgetijden. In de aanhef van de hymnes wordt de gebedstijd aangegeven en in verband gebracht met een tijdstip uit de Bijbel of een bijzondere gebeurtenis uit het leven van Jezus Christus waarbij de „ure” vermeld wordt, zoals bij de kruisiging. De hymnes horen bij verschillende tijdstippen zoals het vroege ochtenduur waar God als Schepper wordt geprezen of bij de avond wanneer een gebed om licht en rust klinkt. „In de Vroege Kerk vond de lofprijzing en aanbidding plaats in de lofgezangen. De rijke beeldtaal en de vele facetten met evenzoveel Bijbelverwijzingen geven de hymnes een grote zeggingskracht”, aldus Van Willigen.

Losgezongen

Ds. A. A. F. van de Weg, hersteld hervormd predikant van de Victorkerk, noemde in zijn lezing ”Het prijzen van God in de 21e eeuw” de lofprijzing een wezenlijk onderdeel van de eredienst. „Kerkdiensten zijn geen consumptieartikel. Het gezamenlijk lofzangen zingen is zo essentieel omdat zingen gemeenschapsvormend is. Wij zingen ín de gemeenschap, anders worden wij losgezongen ván de gemeenschap.”

Volgens de predikant geeft gezamenlijk zingen een dimensie aan de eredienst die de preek niet geven kan. Hij wenste dat de coronacrisis zou leiden tot een hernieuwde bezinning op de eredienst. „Ik vraag mij af of lofprijzing en aanbidding in de gereformeerde eredienst wel die centrale plaats hadden die zij zouden moeten hebben. Hebben wij als protestanten voldoende oog voor het kerkgebouw als sacrale ruimte; voor de sacramentele betekenis van het gebouw en de inrichting?”

Ds. Van de Weg noemde bezinning op de gereformeerde eredienst hard nodig. „Daarbij zouden ook momenten van stilte en elementen van lofprijzing en aanbidding ter sprake mogen komen; ook de zichtbare uiting van eerbied en aanbidding door de houding van het knielen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer