Buitenland

Serviërs in Kosovo negeren stembus

Het internationale bestuur over de etnisch verdeelde Servische provincie Kosovo heeft zondag felle kritiek geuit op de Servische regering. De gezant van de Verenigde Naties laakte de druk die Belgrado op de Serviërs in Kosovo uitoefende om de parlementsverkiezingen zaterdag te boycotten.

Buitenlandredactie
25 October 2004 10:13Gewijzigd op 14 November 2020 01:47

Door niet te stemmen gaven de etnische Serviërs massaal gehoor aan de oproep van de Servische premier Kostunica. Volgens de Servisch-Kosovaarse leider Ivanovic ging niet meer dan 0,27 procent van de Servische minderheid naar de stembus.

Het wegblijven van de Serviërs overschaduwde de tweede parlementsverkiezingen sinds de oorlog van 1998-’99 tussen Servische troepen en etnisch Albanese separatisten. De boycot van de stembusgang in de Zuid-Servische provincie was bedoeld als kritiek op het streven van de Albanese meerderheid naar onafhankelijkheid. Ook vreesden veel Serviërs voor hun veiligheid in het omstreden gebied, dat sinds de zomer van 1999 door de VN wordt bestuurd. De boycot onderstreept het falen van de internationale gemeenschap om in Kosovo een multi-etnische samenleving op te bouwen.

Voorlopige uitslagen werden pas in de loop van vandaag verwacht, maar de Kosovaarse president Ibrahim Rugova claimde gisteren al dat zijn Democratische Liga van Kosovo meer dan 50 procent van de stemmen heeft behaald. Hij zei dat de verkiezingen de „toewijding van de Kosovaren aan het versterken van een zelfstandig land en een democratische samenleving” hebben gedemonstreerd en riep op tot een onafhankelijk Kosovo.

Ibrahim Makolli van de Raad voor de Verdediging van Mensenrechten en Vrijheden in Pristina zei dat de Democratische Partij van Kosovo met 27 procent op de tweede plaats is geëindigd, gevolgd door de Alliantie voor de Toekomst van Kosovo met 8 procent. Beide partijen worden geleid door voormalige etnisch Albanese rebellenleiders.

Verkiezingsfunctionarissen zeiden niets over de opkomst onder Servische kiezers, maar de algehele opkomst was ongeveer 53 procent, vergeleken met 64 procent bij de vorige verkiezingen. Daaruit spreekt ook ontevredenheid onder de etnische Albanezen over de geringe vooruitgang sinds het einde van de oorlog in 1999.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer