‘AOW-leeftijd moet omlaag kunnen bij dalende levensverwachting’
De pensioenleeftijd moet naar beneden kunnen op het moment dat de levensverwachting daalt. Dat stelt de Vakcentrale voor Professionals (VCP) in een reactie op CBS-cijfers over de levensverwachting die door de coronacrisis mogelijk tot wel een jaar daalt.
Door de coronacrisis overlijden er dit jaar meer mensen dan doorgaans het geval is, wat mogelijk een negatief effect heeft op de gemiddelde levensverwachting, meldde het statistiekbureau. „Een daling van de AOW-leeftijd kan daarmee voor de hand liggen”, zegt VCP-bestuurder Ruud Stegers.
Bij een stijging van de levensverwachting gaat de AOW-leeftijd omhoog, legt de VCP uit. Dit betekent dat bij een jaar langer leven er acht maanden langer moet worden doorgewerkt. „Echter is niet geregeld dat we bij een jaar korter leven ook acht maanden korter hoeven door te werken”, zo klinkt het.
De levensverwachting wordt per 2026 gekoppeld aan de AOW-leeftijd. In het wetsvoorstel dat later dit jaar naar de Tweede Kamer gaat, wordt uitgegaan van een minimumleeftijd van 67 jaar. De VCP wil dat het ook mogelijk wordt om de AOW-leeftijd naar beneden aan te passen. De pensioenleeftijd ligt momenteel op 66 jaar en vier maanden.