Immuun tegen corona? Christelijk Afrika zoekt balans tussen geloof en verantwoordelijkheid
Corona is kansloos in de kerk, verzekerde de Tanzaniaanse president recent. „Het zal er opbranden.” Zijn collega uit Burundi wist te vertellen waarom het virus zelfs zijn hele land voorbij zou gaan.
Tot voor kort had Burundi, een klein land in het hart van Afrika, geen coronagevallen. President Pierre Nkurunziza had wel een idee hoe dat kwam: „Burundi is een uitzondering, omdat dit land God op de eerste plaats zet.”
Zijn land bleek echter al snel minder uitzonderlijk dan gehoopt. De Burundese minister van Gezondheid meldde afgelopen dinsdag dat twee mensen positief waren getest op corona.
De minister van Defensie van Zimbabwe stelde op haar beurt dat het virus een straf van God tegen het Westen was. De reden: sancties van landen als de Verenigde Staten tegen haar land. Maar het virus is nadien ook in Zimbabwe opgedoken.
Het is niet zo dat dit soort verklaringen direct gemeengoed zijn onder Afrikaanse leiders. De president van Zimbabwe, Emmerson Mnangagwa, haastte zich bijvoorbeeld te verklaren dat pandemieën wetenschappelijk prima verklaard kunnen worden „en geen grenzen kennen.” „Net als bij welk natuurlijk fenomeen ook, kan niemand ervoor aansprakelijk worden gesteld.”
De vraag naar de betekenis van grote gebeurtenissen is uiteraard niet typisch Afrikaans, net zo min als de neiging eigen land en volk als uitzonderlijk te beschouwen. Tegelijk is ontegenzeggelijk waar dat dingen in Afrika zelden eendimensionaal zijn.
Een mooi voorbeeld beschrijft Frank Westerman in zijn boek ”Stikvallei”, over Kameroen. Hij bezoekt een Nederlandse ex-pater, bij wiens huis kort ervoor een dodelijk vrachtwagenongeval heeft plaatsgevonden. De buren komen direct met allerlei duidingen van het gebeuren, waarop de oud-geestelijke verzucht dat een simpele oorzaak –slechte remmen, een glad wegdek, vermoeidheid bij de chauffeur– in Kameroen als antwoord nooit goed genoeg is. „Men zoekt per se naar het waarom.”
Het sterke bewustzijn dat er meer speelt dan het zichtbare, kan ook spanningen opleveren met de eigen verantwoordelijkheid rond de coronacrisis. In veel landen zijn strenge maatregelen genomen, zoals sluiting van scholen, en kerken en moskeeën, maar zeker dat laatste ligt soms gevoelig.
In Tanzania gaf president John Magufuli zondag nog na afloop van een kerkdienst aan dat het virus satanisch is en daarom kansloos is in het huis van God. „Het coronavirus kan niet overleven in het lichaam van Christus”, verzekerde hij. „Het zal er opbranden.”
Maar waarom zou bescherming alleen binnen het kerkgebouw gelden? In Nigeria leeft volgens onderzoek van het Afrikaanse onderzoeksbureau NOI-polls onder een deel van de christenen de gedachte dat ze waar dan ook immuun zijn voor het virus omdat ze „kind van God” zijn.
Een Nederlandse inwoner van Tanzania schreef vorige week op haar blog bovendien dat een collega in de bus werd uitgemaakt voor ”atheïst”, omdat ze een mondkapje droeg. Het dragen ervan zou de beschermende kracht van God miskennen.
Het deed haar verzuchten dat er in Tanzania –meer nog dan strenge maatregelen– vooral verstandige predikanten, priesters en pastors nodig zijn. Dat is zeker waar. Kerken hebben in de christelijke delen van Afrika veel gezag, wat een goede theologie rond dit soort thema’s extra belangrijk maakt.