Opinie

Geloof en meeleven steunen jongeren in moeilijke thuissituatie

Ouders willen het beste voor hun kinderen. Als er thuis psychische of andere problemen spelen, lukt dat soms niet. Dan is het goed om een beroep te doen op professionele hulp of een vertrouwenspersoon uit de familie, de school of de kerk.

Nella van Dijke
13 March 2020 09:58Gewijzigd op 17 November 2020 07:25
„Voor kinderen die opgroeien met een familielid dat lichamelijke of psychische problemen heeft, is het belangrijkste dat ze gewoon kind kunnen zijn, zich geliefd en gewaardeerd weten en een beroep kunnen doen op een betrouwbare volwassene.” beeld iStock
„Voor kinderen die opgroeien met een familielid dat lichamelijke of psychische problemen heeft, is het belangrijkste dat ze gewoon kind kunnen zijn, zich geliefd en gewaardeerd weten en een beroep kunnen doen op een betrouwbare volwassene.” beeld iStock

De meeste kinderen in Nederland hebben het goed: ze geven hun leven een 8. Kinderen die opgroeien met een familielid dat lichamelijke of psychische problemen heeft, waarderen hun leven met bijna een punt lager, zo blijkt uit het rapport ”Bezorgd naar school”, dat het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in februari publiceerde. Steun vanuit hun eigen netwerk en de kerk hebben deze kinderen daarom hard nodig.

Een op de vijf kinderen groeit op in een gezin waar iemand langdurig ziek is. In vergelijking met leeftijdgenoten ervaren kinderen in zo’n situatie meer stress. Ze hebben een grotere kans op gezondheidsklachten, rapporteren meer slaapproblemen en voelen zich vaker uitgeput. Daarnaast kampen ze op school meer dan klasgenoten met concentratieproblemen. In het algemeen besteden deze kinderen meer tijd aan zorgtaken in huis dan hun leeftijdgenoten.

Uit het onderzoek dat het SCP onder 12- tot 16-jarigen uitvoerde, blijkt echter dat de praktische taken voor deze jongeren niet de grootste belasting vormen. Ze gaan eerder gebukt onder het feit dat ze minder steun ervaren en zich zorgen maken over de ziekte van het gezinslid en de gevolgen daarvan voor de toekomst.

In een interview met de NOS over het rapport geeft een onderzoeker het volgende voorbeeld: Een meisje heeft thuis een vader en een broer met autisme die regelmatig ruzie hebben. Op school is ze bang dat ze gebeld wordt met de vraag om weer tussen hen te bemiddelen.

Knuffel of knipoog

Uit het SCP-rapport blijkt dat betrokken naasten van belang zijn bij het voorkomen of verminderen van gezondheidsklachten bij kinderen die opgroeien in gezinnen waar lichamelijke ziekte, een handicap of psychische problemen spelen. Ouders kunnen hun kinderen niet altijd de aandacht geven die ze nodig hebben, omdat ze vaak in beslag genomen worden door de problemen. In het algemeen zijn kinderen veerkrachtig en kunnen ze best wat stress aan. Maar dat wordt moeilijker als de problemen langer duren, zoals dat vaak het geval is in gezinnen waar een ouder psychische problemen heeft. Dan worden kinderen soms van jongs af aan blootgesteld aan spanningen, waardoor ze onvoldoende veerkracht ontwikkelen.

Voor ouders is het belangrijk dat ze dan een beroep doen op anderen, voor steun aan hun kind. Als kinderen ervaren dat de problemen thuis (h)erkend worden en als ze door anderen gezien en gewaardeerd worden, kan dat voorkomen dat ze zelf klachten ontwikkelen.

De SCP-onderzoeksresultaten komen overeen met de uitkomsten van onderzoek onder kinderen van ouders met psychische problemen. Elize Lam schrijft in haar boek ”Risicokind of evenwichtskunstenaar” (2016) dat een gezonde ontwikkeling van kinderen die opgroeien in een problematische thuissituatie al bevorderd kan worden door slechts één betrokken persoon. Een lieve opa, oma, oom of tante kan veel betekenen door het bieden van afleiding en het geven van een knuffel of een knipoog. Als dat niet mogelijk is, kunnen mensen binnen school en kerk steun bieden. Een meester of juf, mentor of muziekleraar, catecheet of jeugdclubleider kan voor een kind het verschil maken.

Beschermende factor

In het SCP-onderzoek benoemen jongeren geloof als beschermende factor. De onderzoekers voeren als mogelijke reden aan dat religie samenbindt en mogelijk antwoord geeft op zingevingsvragen.

Ook Elize Lam is van mening dat geloof betekenis kan geven aan wat kinderen meemaken. Eveneens kunnen contact met medegelovigen en bidden in een stressvolle omgeving rust geven. Ze citeert hersenonderzoeker Dick Swaab, die constateert dat bidden het stresshormoon verlaagt en de melatoninespiegel verhoogt.

De behoefte aan steun en de kracht van geloof zijn voor het ”Platform Autisme in de kerk” al sinds 2008 de drijfveer voor het beleggen van studiedagen voor mensen met autisme en hun omgeving. Uit evaluaties blijkt steeds dat bezoekers deze dagen niet alleen waarderen om de inhoud, maar ook vanwege de steun die ze ervaren door het onderling contact, zowel met lotgenoten als met pastors en hulpverleners. De behoefte aan informele en professionele hulp en steun voor mensen met autisme, hun partner en hun kinderen blijft ook onder christenen onverminderd groot.

Openheid

Het rapport ”Bezorgd naar school” bevestigt ook onderzoeken die erop wijzen dat openheid over de problemen van ouder(s) voor kinderen belangrijk is. Ouders denken soms echter dat ze hun kinderen juist bezorgd maken als ze over de problemen praten. Dat kan inderdaad gebeuren als kinderen informatie opvangen uit gesprekken tussen volwassenen of als ouders hun kinderen belasten met hun eigen zorgen. Maar als ze eerlijke informatie geven over de problemen en de gevolgen daarvan, helpt dat kinderen juist. Dat kan schuld- en schaamtegevoelens bij hen voorkomen en de relatie tussen ouder(s) en kind ten goede komen.

Natuurlijk moet de uitleg dan wel afgestemd zijn op de leeftijd en het karakter van het kind. Als ouders dat moeilijk vinden, kunnen ze een beroep doen op hun hulpverlener. Deze heeft de plicht hen over het belang van goede voorlichting aan kinderen te informeren en hen daarbij te ondersteunen als het nodig is.

Schuldgevoelens

Als kinderen ouder zijn, geven ze zelf regelmatig aan dat ze informatie hebben gemist over wat er thuis aan de hand was. Een volwassen vrouw schrijft in haar blog dat de rigide manier waarop haar vader met autisme zijn stille tijd invulde voor haar de norm werd voor gelovig omgaan met God. Hij hield niet alleen ’s morgens stille tijd, maar ook ’s middags in de spitstijd in het gezin. Voor haar werd die twee keer een criterium van christelijke volwassenheid. Dat ze daar zelf niet aan kon voldoen, bezorgde haar gevoelens van schuld en schaamte. Het zou haar veel verdriet en verwarring hebben bespaard als haar was uitgelegd dat haar vader het tweede moment nodig had om de drukte in het gezin te ontvluchten.

Betrouwbare volwassene

Ouders willen het beste voor hun kind. Als er psychische of andere problemen spelen, lukt dat soms niet. Dan is het goed om een beroep te doen op hulp. Dat hoeft niet altijd professionele hulpverlening te zijn. Voor kinderen is het belangrijkste dat ze gewoon kind kunnen zijn, zich geliefd en gewaardeerd weten en een beroep kunnen doen op een betrouwbare volwassene. Voor deze vertrouwenspersoon is het nuttig zich te realiseren dat ouders zich kwetsbaar opstellen als ze hun kinderen toestemming geven met anderen over de zorgen thuis te praten. Het contact tussen vertrouwenspersoon en kind kan alleen slagen als de vertrouwenspersoon de privacy van het gezin en de loyaliteit tussen ouders en kind respecteert.

De auteur studeerde orthopedagogiek aan de VU en vertegenwoordigt het Kicg in het ”Platform Autisme in de kerk”. Dit platform, een samenwerking van Dit Koningskind, Helpende Handen, Kennisinstituut christelijke ggz (Kicg) en Op weg met de ander, belegt op 4 april een studiedag over autisme in gezinnen. Op deze dag wordt door ervaringsdeskundigen en in workshops ook aandacht besteed aan kinderen van ouders met autisme. >>opwegmetdeander.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer