Nederlander besteedt steeds minder tijd aan het huishouden
Stofzuigen, ramen lappen en koken; het moet gebeuren. Toch besteden Nederlanders steeds minder tijd aan het huishouden. In 1950 was de schoonmaak nog een fulltime baan, tegenwoordig besteedt het gemiddelde gezin 15 uur per week aan het huishouden. „Er is meer slimme apparatuur, en we maken efficiënter schoon.”
Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) doet al sinds 1975 onderzoek naar de tijdsbesteding van Nederlanders. Uit dat onderzoek blijkt dat het percentage vrije tijd door de jaren heen hoger is geworden. Dat komt niet omdat mensen minder zijn gaan werken. Integendeel; we maken minder schoon. Zo werd in 2006 nog ruim achttien uur per week besteed aan het huishouden. In 2016 liep dat terug naar zeventien uur en inmiddels is het nog vijftien uur per week. De bulk van die schoonmaaktijd gaat op aan taken als koken, opruimen en de was doen. Hier besteden Nederlanders gemiddeld twee uur per dag aan. De rest van de tijd gebruiken we onder andere om boodschappen te doen.
Vrouwen besteden meer tijd aan het huishouden en de zorgtaken dan mannen. Opvallend feitje: opleidingsniveau speelt een rol in de verdeling van zorgtaken. Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe minder groot het verschil in tijd besteed aan het huishouden tussen mannen en vrouwen.
Volgens de onderzoekers van het SCP heeft de afname in huishoudtijd vooral te maken met het feit dat er meer slimme apparatuur is. Daarnaast zijn vrouwen meer gaan werken en hebben mensen vaker een schoonmaker in dienst. „En we maken efficiënter schoon”, zegt een onderzoeker. „Het hoeft niet meer zo perfect. Mensen besteden minder van hun kostbare vrije tijd aan taken als de was doen en koken.”
Lang niet iedereen haalt een gemiddelde van vijftien uur per week aan huishoudtaken, zo blijkt uit een kleine peiling van het Reformatorisch Dagblad op Facebook. „We wonen in een vierkamerappartement”, zegt Lydia. „Ik stof één keer per week en stofzuigen doe ik om de dag. Met twee kinderen in huis zijn we gemakkelijker geworden.”
Ook Lindy haalt de vijftien uur per week niet. „Voor het oog is het al gauw schoon.”
De samenstelling van het huishouden heeft invloed op de hoeveelheid schoonmaaktijd. Jan: „Ik stofzuig één keer per week. En dan doe ik ook de badkamer en de wc. Verder poets ik gemiddeld eens in de twee maanden het huis uitgebreid. Ik ben alleen en dan wordt het bijna niet vies.”
Uitbesteden is ook een optie. „Ik heb een geweldig persoon die mijn huisje schoonmaakt terwijl ik aan het werk ben”, zegt Lijnie.
Andere geluiden zijn er ook. Zo besteedt Jolien „zeker” meer dan vijftien uur aan het huishouden. „Een moeder van een peuter en een baby is sowieso elke dag wel een uur aan het opruimen. Dan is er nog niks schoon.”
Ook Marianne maakt aardig wat schoon. „Ik ruim dagelijks het huis op. Mijn man stofzuigt en stoft het huis. Schoonmaken proberen we één keer per week te doen. We doen allebei de helft van het strijkgoed. Alles bij elkaar halen we de vijftien uur per week makkelijk.”