Een verwerping van het Brits-Duits-Franse voorstel, dat onder meer inhoudt dat Iran afziet van de verrijking van uranium in ruil voor economische steun en de levering van ’vreedzame’ nucleaire technologie brengt een confrontatie met het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) een stuk dichterbij.

Dat bespreekt op 25 november het Iraanse atoomprogramma. Vorige maand nam het IAEA een resolutie aan waarin wordt geëist dat Iran al zijn activiteiten op het gebied van uraniumverrijking stopt. In een reactie liet een Iraanse functionaris weten dat de onderhandelingen over een paar dagen worden voortgezet.

Teheran heeft „tegenvoorstellen” op tafel gelegd. Het land wil onder meer beloven geen militaire nucleaire projecten uit te voeren, maar de verrijking van uranium moet mogelijk blijven. Wel mag de invoer van uranium onder controle komen van het IAEA.

Het Europese voorstel is in Washington intussen lauw ontvangen. De VS voelen weinig voor nucleaire Europese hulp aan Iran en bovendien zien zij ook niet in waarom Iran zo nodig kerncentrales moet hebben.

Anders dan de Amerikanen, beschuldigen Londen, Parijs en Berlijn het regime in Iran niet publiekelijk van het nastreven van het vervaardigen van een atoomwapen. De Europese landen zijn echter ook niet overtuigd dat de Iraanse intenties zo vreedzaam (kernenergie) zijn als Teheran zegt. Europa wil daarom een einde aan de verrijking van uranium door Iran, omdat die activiteit onderdeel kan zijn van de ontwikkeling van kernwapens.

Teheran is vooralsnog niet erg onder de indruk van alle internationale druk en stelt dat het in zijn recht staat om kerncentrales te ontwikkelen voor het opwekken van elektriciteit. Het land ontkent dat het bezig is met de ontwikkeling van kernwapens, zoals de Verenigde Staten beweren.