Noodtoestand in hoofdstad Chili om protesten
De Chileense president Sebastián Piñera heeft de noodtoestand uitgeroepen voor de hoofdstad Santiago. Daar gingen veel mensen vrijdag de straat op om te protesteren tegen tariefsverhogingen in het openbaar vervoer. In verschillende metrostations werd brand gesticht, winkels werden geplunderd en een gebouw en een bus in het centrum gingen in vlammen op.
Piñera hield in de nachtelijke uren een toespraak op televisie, waarin hij de noodtoestand uitriep. Hij zei dat hij een speciale wetgeving in het leven roept om de degenen die verantwoordelijk zijn voor de schade te berechten. Ook zei hij in dialoog te willen gaan met de mensen die hardst zijn getroffen door de prijsstijgingen.
Chili is een van de rijkste landen in Latijns-Amerika, al kent het land ook een grote ongelijkheid tussen arm en rijk. De kosten van levensonderhoud staan hoog op de politieke agenda. De onrust begon toen de regering twee weken geleden de prijzen van het metrokaartje verhoogde. Daarop gingen scholieren en studenten de barricades op.
Vrijdag was de meest grimmige dag van de protesten. Vanwege het geweld zijn alle metrostations in de stad gesloten. Die blijven dit weekend dicht.