Ziegler wees er dinsdag in New York op dat het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) en het Wereldvoedselprogramma van de VN bepaalde eisen aan voedseldroppings stellen. Zo dienen er op de grond hulpverleners aanwezig te zijn om ervoor te zorgen dat de voedselpakketten niet in verkeerde handen vallen of in gebieden waar mijnen liggen. In het algemeen eisen de VN dat „neutrale, onpartijdige” hulp wordt verleend, „uitsluitend geïnspireerd door humanitaire overwegingen”, zei Ziegler.

De VN-rapporteur meent dat Washington met de voedseldroppings voor de Afghaanse burgerbevolking niet alleen humanitaire doelstellingen wil verwezenlijken, maar ook militaire en politieke. Daardoor kunnen zij toekomstige hulpoperaties in gevaar brengen, aldus Ziegler. „De geloofwaardigheid van de humanitaire hulpverlening wordt vernietigd als deze voedseldroppings niet worden gestopt.”

De voedseldroppings begonnen op 7 oktober, de dag waarop de VS ook hun luchtoffensief tegen militaire doelen in Afghanistan inzetten. Sindsdien zijn ruim 1,2 miljoen voedselpakketten uitgeworpen.

Ziegler waarschuwt dat de pakketten bovendien veelal in handen zullen vallen van de Taliban, omdat in Afghanistan „de man met het geweer het voedsel opeist.” Hij meldt ook dat verscheidene mijnopruimingsdiensten hebben laten weten dat pakketten zijn gevallen in gebieden waar mijnen uit vorige oorlogen liggen.