Oppositie Zuid–Afrika wil geld uit buitenland
„Nederland en Engeland moeten maar mee gaan betalen aan het Zuid–Afrikaanse landhervormingsprogramma." Dat is de opvatting van Maans Nel, woordvoerder voor de landhervorming van de Democratische Alliantie, de oppositiepartij in het Zuid–Afrikaanse parlement.
De Zuid–Afrikaanse overheid heeft een budget van meer dan anderhalf miljard euro nodig om de eisen voor herverdeling van grond die nog in behandeling zijn, voor de vervaldatum van eind volgend jaar te kunnen afwikkelen. Er is maar een kwart van dat bedrag beschikbaar. In dat licht bezien vindt de Democratische Alliantie (DA) het niet onredelijk om Nederland en Groot–Brittannië bij te laten springen.
„Per slot van rekening", aldus Maans Nel, „zijn de ongelijke verhoudingen waar het de verdeling van land aangaat, niet alleen terug te voeren op de apartheid. Er is ook het nodige misgegaan onder de koloniale verhoudingen in Zuid–Afrika."
De landbouwadviseur van de Nederlandse ambassade in Pretoria, Gretha Kostwinder, vindt het voorstel van de partij nogal voorbarig. „Voor zover ik weet", zegt zij, „is de Wereldbank al wel eens genoemd voor de mogelijke financiering van de tekorten in het landhervormingsprogramma." Het is volgens Kostwinder ook veel beter om financiële hulp op een neutrale manier af te wikkelen in plaats van schuldigen aan te wijzen.
Kostwinder deelt wel de bezorgdheid van de DA over de nog steeds buitengewoon trage gang van zaken bij het Zuid–Afrikaanse landhervormingsprogramma. „Het is nou eenmaal niet prioriteit nummer 1 voor de regering hier", zegt zij. „Bovendien gaat de overheid buitengewoon zorgvuldig te werk bij de afhandeling van alle grondeisen en dat kost nou eenmaal veel tijd." Daarin schuilt volgens Kostwinder ook het zorgelijke. Op een goed moment kan alles zo lang gaan duren dat de belanghebbenden hun geduld verliezen. Volgens Kostwinder heeft de Zuid–Afrikaanse overheid echter nog voldoende mogelijkheden om er op eigen kracht meer vaart achter te zetten.