Ontferming
Mattheüs 25:6
„En te middernacht geschiedde een geroep: Zie, de bruidegom komt, gaat uit, hem tegemoet!”
Toen God de tijd gekomen achtte dat Hij Zich over het ongelukkige lot van Zijn beminde ontfermde, zond Hij Zijn eniggeboren Zoon naar de aarde. Niet in een rijk paleis en een glorieuze tempel, maar in het lichaam van de maagd Maria. Daar trouwde Hij deze bruid, onze mensennatuur, en verenigde haar met Zijn Persoon uit het zuiverste bloed van de edele maagd. De priester die de bruid trouwde, was de Heilige Geest. De engel Gabriël verkondigde de roepen. De maagd Maria gaf de toestemming. Zo heeft Christus, onze getrouwe Bruidegom, onze natuur met Zich verenigd. Hij is ons komen bezoeken in het vreemde land en Hij heeft ons onderricht in hemelse levenswijze en volmaakte trouw. Hij heeft geworsteld en gestreden als een voorvechter tegen onze vijanden en Hij heeft onze gevangenis opengebroken en de overwinning behaald in de strijd. Hij heeft onze dood gedood door Zijn dood, en ons verlost met Zijn bloed en vrijgekocht door het doopsel met Zijn leven gevend water en rijk gemaakt door Zijn sacramenten en gaven. Opdat wij door beoefening van alle deugden zouden uitgaan –zoals Hij zegt– en Hem ook ontmoeten in het paleis der glorie en Hem zonder einde genieten in de eeuwigheid.
Jan van Ruusbroeck, kapelaan te Brussel
(”Die geestlike brulocht”, 1932)