„Unieke inkijkje in onze gezindte had ik voor geen goud willen missen”
„Heb je echt 118.000 preken gelezen?” Die vraag hoorde ik de afgelopen weken een paar keer naar aanleiding van de artikelenserie in deze krant over de leespreek.


Maandenlang zijn collega Geerten Moerkerken en ik –tussen andere bedrijven door– bezig geweest met het onderzoek. Aan het begin daarvan mailden we scriba’s of ze voor ons een lijst hadden met gelezen preken. Bijna 130 keer kregen we een positief antwoord, maar dat zag er nogal verschillend uit.
Zo maakten we op een aantal plaatsen foto’s van schriftjes van scriba’s – meestal nauwkeurig bijgehouden, soms minder leesbaar, een enkele keer met zeer persoonlijke aantekeningen. De meeste overzichten werden, gelukkig, digitaal aangeleverd, vooral in Excel. Er zat zelfs een geavanceerde Microsoft Accessdatabase bij, vast van een ouderling-accountant. Zoals beloofd aan de kerkenraden zijn de ontvangen bronbestanden inmiddels vernietigd.
Na enige moeite was toen het moment daar: we hadden een complete lijst in Excel voor onze neus met precies (!) 118.000 gelezen preken inclusief de auteursnaam, de datum van de kerkdienst, de preektekst en het kerkverband.
Daarmee was het werk niet klaar, want scriba’s schrijven de naam van bijvoorbeeld Smijtegelt verschillend: „B. Smytegelt”, „Smijtegelt, Bernardus”, „Ds. Smijtegeld”… Tienduizend ‘namen’ bleken terug te gaan op 650 unieke auteurs, die ik vervolgens indeelde in categorieën van periode en land. Nu kon de analyse beginnen.
Monnikenwerk? Ja, maar dit unieke inkijkje in onze gezindte had ik voor geen goud willen missen. Het mooiste compliment is als je daarna hoort dat de artikelenserie –inclusief de interviews– gesprek op gang brengt in kerken en gezinnen.