Een biljoen bomen tegen klimaatverandering
Wereldwijd kunnen er nog bossen worden aangeplant ter grootte van de Verenigde Staten, stellen Zwitserse onderzoekers in het vooraanstaande wetenschappelijke tijdschrift Science. De massale aanplant zou de meest effectieve én „met afstand” de goedkoopste methode zijn tegen klimaatverandering.
Een van de onderzoeker is ecoloog Tom Crowther, verbonden aan een Zwitsers technologisch instituut in Zürich. De bomen zouden de komende decennia 205 gigaton koolstof vast kunnen leggen: twee derde van de totale hoeveelheid CO2 die de mensheid sinds de industriële revolutie heeft uitgestoten.
„Bossen vormen een van onze grootste bondgenoten tegen klimaatverandering”, zegt Laura Duncanson, expert op het gebied van koolstofopslag, in reactie op het Zwitserse onderzoek. Een andere onderzoeker, ecoloog Greg Asner van de Arizona staatsuniversiteit is het daarmee eens. „Het onderzoek laat zien hoeveel bossen kunnen doen voor ons. Bossen moeten een rol gaan spelen als de mensheid de klimaatdoelen wil halen.”
De Zwitserse wetenschappers analyseerden 80.000 satellietfoto’s van huidige bossen. Ze deelden de planeet in op basis van bodem- en klimaatkenmerken. Daarmee selecteerden ze gebieden die min of meer geschikt zijn voor verschillende bostypes.
Daar trokken ze het totaaloppervlak aan bestaande bossen, landbouwgebieden en stedelijke zones van af. Zo’n 0,9 miljard hectare grondoppervlak bleef over waar bomen aangeplant zouden kunnen worden. Ter vergelijking: de Verenigde Staten beslaan 0,98 miljard hectare.
Op basis van een schatting van 1000 bomen per hectare zouden ongeveer 1 biljoen bomen aangeplant moeten worden: een 1 met 12 nullen. Crowther schat in dat bosaanplant op deze schaal grofweg 300 miljard euro gaat kosten, gebaseerd op een bedrag van ongeveer 0,30 euro per boom.
Gert-Jan Nabuurs, hoogleraar bosbouw aan Wageningen University, is blij met de studie. „Het onderzoek geeft een belangrijk signaal af: plant meer bomen. Dat kan al op kleine schaal beginnen.” Bossen zijn niet alleen goed voor de opslag van koolstofdioxide, maar ook voor de biodiversiteit, waterkwaliteit en vermindering van erosie.
Tegelijkertijd plaatst hij ook kanttekeningen bij het onderzoek. Volgens hem is de studie „theoretisch.” Om de aanplant van bossen daadwerkelijk van de grond te krijgen, zijn er nog veel hordes te nemen. „Sociaaleconomisch en beleidsmatig is het een forse uitdaging.”
Een nieuw bos komt er volgens hem alleen als dat een economische meerwaarde biedt en geschikt is voor bijvoorbeeld houtkap. Een probleem dat hierbij om de hoek komt kijken, is dat de aanplant van bossen in veel landen botst met de landbouwsector.
Ook in Europa zijn volgens Nabuurs nog grote oppervlaktes die geschikt zijn voor de aanplant van bomen. Zo zijn er volgens hem flinke gebieden in landen als Polen, Slowakije en Roemenië waar de landbouw zich heeft teruggetrokken en waar nu niets mee gedaan wordt.
Een klimaatpanel van de Verenigde Naties (VN) deed oktober vorig jaar al de suggestie om gebieden te herbebossen. Deze studie, eveneens gepubliceerd in Science, gaf echter aan dat er meer sprake is van ontbossing dan van herbebossing.
Met name in tropisch regenwouden is ontbossing een probleem. De Zwitserse onderzoekers kaartten in de studie aan dat de hoeveelheid grond die geschikt is voor de groei van bomen door de klimaatverandering afneemt met ruim 200 miljoen hectare in 2050.
Ook het VN-klimaatpanel pleit daarom voor snelle actie. „We moeten onmiddellijk maatregelen nemen”, zegt klimatoloog Drew Shindell van de Duke universiteit in Noord-Carolina (VS). „We kunnen niet langer zeggen dat de mogelijkheid om nog wat te doen bijna voorbij is; op dat punt staan we nu al.”