Strijd in Sudan is nog niet gestreden
In Sudan is donderdag Defensieminister Ibn Auf beëdigd als interim-president. Maar daar hebben de demonstranten niet voor gestreden.
Al snel nadat minister en generaal Ahmed Awad Ibn Auf donderdag duidelijk maakte dat hij voorlopig de touwtjes in handen zou nemen, lieten de demonstranten weten daar geen genoegen mee te nemen. Studente Alaa Salah, een belangrijke voortrekker van de demonstraties tegen de gewezen president Omar al-Bashir, twitterde dat de bevolking geen militaire overgangsregering wil. „Er zal geen sprake zijn van verandering als het hele regime van Bashir de bevolking denkt te kunnen bedriegen door een militaire coup. We willen een burgerregime om de overgang te begeleiden.”
Ibn Auf had donderdag in een toespraak op de staatstelevisie gemeld dat Bashir was afgezet en dat hij „op een veilige plaats” in hechtenis was genomen. Hij zei dat het land had geleden onder „zwak bestuur, corruptie en het ontbreken van recht” en maakte zijn excuses voor „de doden en het geweld dat had plaatsgevonden.” De generaal deelde verder mee dat er een noodtoestand van drie maanden van kracht is en dat het leger voor een periode van twee jaar het land zou leiden, gevolgd door verkiezingen.
De excuses klonken uit zijn mond tamelijk ongeloofwaardig. Ibn Auf was onder Bashir de eerste vicepresident en diende onder meer als legercommandant en chef van de oppermachtige en gevreesde militaire inlichtingendiensten. Hij is één van de figuren tegen wie de Verenigde Staten in 2007 sancties instelden vanwege steun voor de Janjaweedmilities die in de Sudanese regio Darfur dood en verderf zaaiden.
Voor zo’n ‘overgang’ hebben de Sudanese demonstranten duidelijk niet gestreden. Betogers gingen donderdag daarom opnieuw de straat op: ”Val opnieuw”, riepen ze, in een variatie op de slogan die ze voor de demonstraties tegen Bashir gebruikten: ”Val, dat is alles” (”Fall, that’s all”). „Dit is een voortzetting van het oude regime”, stelde de vakbond SPA in een verklaring. „Wat we dus moeten doen, is verdergaan met de strijd en het vreedzame verzet.” De illegale SPA speelde een belangrijke rol in het verzet tegen Bashir.
De 75-jarige leider viel zoals hij kwam: door een militaire coup. Hij was zelf in 1989 op soortgelijke wijze, als leider van een militair junta, aan de macht gekomen. Bashir ontbond toentertijd al snel de militaire regering en regeerde het land met ijzeren vuist. Feitelijk namen militairen donderdag de macht over van een militair: Bashir was opperbevelhebber van het leger.
Ironisch is dat Bashir in januari in een speech voor soldaten verklaarde dat hij alleen door een andere legergeneraal of via verkiezingen aan de kant gezet wilde worden. „De ratten moeten terug naar hun holen”, zei hij over de demonstranten, maar „als er iemand in legeruniform komt, hebben we geen bezwaar.” Het maakt de scepsis over de transitie nog begrijpelijker.
Spannend is intussen wat de coup gaat betekenen voor het vredesproces in Zuid-Sudan, waar milities onder leiding van president Salva Kiir en oud-vicepresident Riek Machar tegen elkaar strijden. Onder leiding van Bashir was er juist een (zoveelste) vredesregeling bedongen. Op het moment dat Kiir en Machar donderdag in het Vaticaan waren voor gesprekken met de paus, trad Bashir af.
Het verdrag was niet alleen een project van Bashir, maar duidelijk is dat de bal nu heel sterk bij Kiir en Machar ligt. In mei zou er volgens plan een eenheidsregering moeten zitten in Zuid-Sudan, maar buiten Sudan is er geen duidelijke bemiddelaar meer over om dat proces te begeleiden.