Eerste president Kazachstan treedt na drie decennia af
Na ruim 30 jaar leider te zijn geweest van Kazachstan, liet Noersoeltan Nazarbajev dinsdag weten dat hij stopt. Hij legt per direct zijn ambt als president neer.
De 78-jarige Nazarbajev was al sinds 1989 leider van de Sovjetrepubliek Kazachstan; na de onafhankelijkheid in 1991 werd hij de allereerste president van het land. Viermaal werd hij herkozen met een gemiddelde verkiezingsuitslag van 98 procent. Rondom zijn persoon ontstond een ware cultus: er verrezen standbeelden en er kwamen straten en parken met zijn naam.
Het vertrek van Nazarbajev is het einde van een historisch tijdperk, stelde Centraal-Aziëkenner Dmitri Verchotoerov dinsdag tegen het Russische nieuwsagentschap RIA Novosti. „Er zullen grote veranderingen plaatsvinden op alle terreinen van het leven in het land.” De reden van het aftreden is duidelijk, meent hij. „Hij is gewoon moe. Hij heeft al meer dan 30 jaar de leiding en het is duidelijk dat hij het nu welletjes vindt.” De voorzitter van de senaat, Kassim-Zjomart Tokajev, neemt de taak van president op zich tot er een nieuwe president is gekozen. Tokajev, eerder ambassadeur van de Sovjet-Unie voor China, was in de jaren 90 premier onder Nazarbajev. Later was hij ook minister van Buitenlandse Zaken.
Moskou liet weten tevreden te zijn over de gang van zaken. De aanstelling van Tokajev betekent dat Kazachstan doorgaat op de weg die het land al sinds de jaren 90 bewandelt: één van sterke economische en politieke banden met Rusland.
De oppositie is minder enthousiast. Muchtar Abljazov, oppositieleider in ballingschap in Frankrijk, hekelde op YouTube de keus voor Tokajev: „Hij behoort tot dezelfde soort mensen als Nazarbajev. Ze stammen allebei nog uit het Sovjettijdperk. Er komt geen verandering onder Tokajev.”
Nazarbajev is niet van plan om helemaal te stoppen met het bedrijven van politiek. Hij blijft partijleider van Nur Otan, de partij waar ook Tokajev lid van is, en daarnaast het hoofd van de Kazachse veiligheidsraad. Daarmee houdt hij nog een stevige vinger in de pap.
Kazachstan kende in de jaren 90 godsdienstvrijheid. Christenen konden in het overwegend islamitische land vrij samenkomen en evangeliseren. Met de opkomende dreiging van de radicale islam werden de regels in 2011 aangescherpt. Dat raakte vooral christenen op het platteland. Voor kleine groepen werd samenkomen onmogelijk en lokale politieafdelingen maakten het leven van christenen zuur.
Ook leden van de oppositie en slachtoffers van corruptieschandalen hebben geregeld te maken met geweld. Christenen zijn het slachtoffer van lokale of regionale overheden, maar ook van familieleden van tot het christendom bekeerde moslims. Het land staat 34ste op de ranglijst christenvervolging van Open Doors.