Groen & duurzaamheid

Hoe nu verder met klimaatdrammers en -dromers

Drammers en dromers. Ze gaan rollebollend over straat. Niet alleen politici kibbelen over het klimaat, de gewone burger discussieert volop mee. Het thema splijt politiek, media en samenleving. Wat is de oorzaak van deze polarisatie en wat te doen om de verhitte discussie een stap verder te helpen?

18 March 2019 10:27Gewijzigd op 17 November 2020 05:41
Polarisatie in het klimaatdebat. beeld RD, Jos Ansink
Polarisatie in het klimaatdebat. beeld RD, Jos Ansink

I. Polarisatie, een korte verkenning

De klimaatmars van scholieren op 7 februari verdeelde Nederland in twee kampen. De polarisatie kwam daarmee aan de oppervlakte. Iedereen had een mening over de klimaatspijbelaars. De een hees de jongeren op het schild en stak de loftrompet over hen. De ander schilderde hen af als door links gehersenspoelde maniakken en hypocrieten die na afloop van de manifestatie massaal de McDonald’s indoken voor een hamburger.

Een ander voorbeeld van het overgekookte debat: nieuwssite nu.nl weert sinds eind februari ”klimaatontkenners” in de reacties onder artikelen. De redactie wil een constructief debat over oplossingen en onwaarheden zouden dat blokkeren. Naast wat bijval waren de reacties op de uitsluiting niet mals: „Censuur!” „Klimaathysterie.”

Aan de andere kant van het spectrum in medialand staan Elsevier Weekblad en De Telegraaf. Volgens de ochtendkrant zou het publiek „de groene agenda door de strot geduwd” krijgen. Op 21 februari kopte de krant in de welbekende chocoladeletters: ”Groene bangmakers”. De illustratie erbij toonde een zevenkoppig klimaatmonster. Als koppen waren hoofden van zeven voormannen van de „draak van een lobby” gemonteerd. Zoals die van Jesse Klaver van GroenLinks en het hoofd van Ed Nijpels, de voorzitter van het klimaatberaad.

Keerzijde in het klimaatdebat is dat het plaatsen van vraagtekens of kanttekeningen bij het beleid al kan leiden tot kritiek. Niet zelden wordt iemand verketterd. Zo pleitten CDA-lijsttrekkers begin februari voor meer realiteitszin rond klimaatambities. In een filmpje zei Derk Boswijk, CDA-lijsttrekker in Utrecht: „Helaas is het hele klimaatdebat zo gepolariseerd dat ik eerst een kleine disclaimer (lees: kanttekening, MK) moet maken.” Vervolgens toonde hij welke duurzaamheidsmaatregelen hij al had toegepast in zijn eigen woning. Zo had hij dubbel zo veel dakisolatie als wettelijk verplicht en lagen er zonnepanelen te glimmen op zijn dak. De disclaimer van Boswijk –om niet direct als klimaatscepticus te worden weggezet– is typerend voor de verhitte discussie.

Prof. dr. Martin Euwema, hoogleraar organisatiepsychologie en conflictdeskundige aan de universiteit van Leuven, relativeert de polarisatie enigszins. „De provinciale verkiezingen die eraan zitten te komen vormen een natuurlijk moment van polarisatie. Over een paar maanden zal de storm vast weer wat gaan liggen. En dat we over onderwerpen van inzicht verschillen is van alle tijden. Ook gaan we in Nederland nog niet massaal de straat op in gele hesjes, zoals dat wel gebeurt in Frankrijk uit onvrede over onder meer het milieubeleid.”

SCP-directeur Kim Putters zag het onlangs in de NRC somberder in. Hij concludeerde bezorgd: „Er hangen in Nederland veel gele hesjes aan de kapstok.” Zijn boek met een onheilspellende cover en de titel ”Veenbrand” –dat in februari uitkwam– gaat over de onderlaag in de samenleving, volgens hem zo’n 40 procent van de bevolking. Deze Nederlanders zouden zich onzeker voelen, onder meer vanwege het klimaatbeleid. Putters in de NRC: „Neem het klimaatakkoord. Mensen vragen zich af: Wat komt er op mij af en kan ik dat betalen?”

Volgens prof. dr. Noelle Aarts, hoogleraar socio-ecological interactions aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, is er zeker sprake van polarisatie in het klimaatdebat. De deskundige op het gebied van conflict, onderhandeling en communicatie ziet twee groepen tegenover elkaar staan. „Je bent voor of tegen. Het is zwart of wit. De grijstinten zijn er niet of worden overstemd.” Als voorbeeld van een tegenstander noemt ze Thierry Baudet. „Hij deelde een filmpje op sociale media waarin vier wetenschappers in vier minuten alles wat te maken heeft met het klimaatbeleid en klimaatverandering afdoen als flauwekul. Dat is natuurlijk koren op de molen van een groep mensen die tegen klimaatmaatregelen is.”

II. Waar komt polarisatie vandaan?

Het klimaatdebat bevat een aantal ingrediënten dat het recept is voor polarisatie: de aard van de problematiek, de onzekerheid die dat oplevert en de groepsvorming die daarop volgt.

Klimaatverandering stelt Nederland en de wereld voor grote en ingrijpende keuzes, stelt Euwema. „De transitie naar een duurzamere samenleving gaat iedere burger flink raken. Op zo’n moment komt het begrip procedurele rechtvaardigheid om de hoek kijken. Worden de lasten eerlijk verdeeld en niet afgewenteld op de kleine man? Zulke vragen geven voer aan onzekerheid en diepe sentimenten bij grote groepen mensen. Ze laten zich horen omdat ze vrezen dat hun belangen worden geschaad.”

Onzekerheid speelt altijd op de achtergrond bij dergelijke grote vraagstukken, stelt Aarts. „Je ziet het ook bij een thema als de komst van vluchtelingen. Gaan asielzoekers onze banen afpakken? Mensen kunnen niet tegen onzekerheid.”

Het gevolg van die onzekerheid is groepsvorming, aldus de Nijmeegse hoogleraar. „Mensen verenigen zich graag met anderen die net zo denken als zij. Dat geeft een gevoel van zekerheid. Samen sta je sterk.”

Volgens Euwema speelt binnen een dergelijke groep ideologie een grote rol. „We hebben als mens een enorme behoefte om bij de groep met winnaars te horen. Wie voelt zich nu thuis bij de verliezers? Meestal gelooft men vanuit de eigen ideologie dan ook in de superioriteit van de eigen groep. Zo van: wij zijn moreel beter, hebben de juiste visie, of zijn slimmer. Wij zijn geen kapitalistische graaiers.” Zo’n houding zet een debat nog meer onder druk. Euwema ziet dit terug bij Baudet. „Hij etaleert intellectueel dedain; dat hij de slimste van de klas is en zich niets door de linkse klimaatkerk laat aanpraten.”

Volgens Aarts is polarisatie uiteindelijk het onbedoelde effect van een bewuste poging om anderen te overtuigen. „In plaats van naar de ander te luisteren halen mensen in een gesprek of debat alles uit de kast om de ander te overtuigen van het eigen gelijk. Het resultaat is dat de ander zich niet gehoord of nog erger geschoffeerd voelt. Dat geeft verwijdering.”

III. Is polarisatie erg?

Een zekere mate van polarisatie is onvermijdelijk, vindt Euwema. „Bij onderhandelen is een gouden regel: eerst differentiëren, dan integreren. Eerst zet ieder het eigen standpunt stevig neer. Vervolgens zoek je naar onderliggende belangen en kijk je waarop je elkaar kunt vinden. Liefst op zo’n manier dat die onderliggende belangen bediend worden. Dat is de essentie van het Nederlandse poldermodel van onderhandelen en samen tot een gedragen voorstel komen.”

Bij vergaande polarisatie zetten groepen of politieke partijen zichzelf buitenspel, aldus Euwema. „Dat helpt het debat zeker niet verder. Dan blijft men hangen in het eigen gelijk, wil men niet bewegen of probeert men besluitvorming te blokkeren.”

„Polarisatie brengt ons nergens”, zegt Aarts stelliger. „Het is een loopgravenoorlog. Als iedereen overtuigd is van het eigen gelijk, kom je geen centimeter vooruit. Je ziet het ook met de steeds weer oplaaiende discussie rond Zwarte Piet. Het verbieden van vuurwerk lijkt eveneens uit te monden in zo’n gepolariseerd debat.”

IV. De do’s en don’ts in een gepolariseerd debat

Tien tips van hoogleraren Aarts en Euwema om de discussie verder te helpen. Voor iedereen die aan het debat over klimaat en de te nemen maatregelen deelneemt. Landelijk, provinciaal of lokaal.

  1. Stel samen uitgangspunten op

Verwar perspectieven nooit met waarheden, adviseert Aarts. „Een goed startpunt voor een dialoog is dat iedereen accepteert dat er meerdere perspectieven zijn. Als ik het getal 6 toon, ziet iemand vanuit een ander perspectief een 9. Zo’n startpunt geeft aan alle deelnemers veiligheid en zekerheid in de discussie.”

Tegelijk moet er vanaf het begin consensus zijn over wat de relevante vragen en betrouwbare informatie zijn, aldus Euwema. „De belangrijkste betrokkenen in het debat moeten gezamenlijk vaststellen wat de informatie is waarop ze zich baseren. Wat zijn de juiste, betrouwbare bronnen? Als consensus over de bronnen ontbreekt, heeft iedereen zijn eigen waarheid.”

  1. Luister naar elkaar

Aarts: „Luister met aandacht en respect. Probeer te begrijpen waarom de ander zegt wat-ie zegt. Zorg dat iemand zich volledig gehoord voelt. We hebben de natuurlijke neiging om in de aanval te gaan en te overtuigen. Stop daarmee en stel vragen. Er zal een wereld voor je opengaan. Uiteindelijk moet je om samen verder te komen zoeken naar consensus. Meestal vind je die bij de nuances in het midden.”

  1. Luister naar iedereen

Euwema: „Zet niet alleen de intellectuele elite om de tafel, maar ga in gesprek met maatschappelijke belangengroepen. Anders vervreemd je je van de samenleving. Maatschappelijk draagvlak is van groot belang. Het maatschappelijk middenveld –inclusief bijvoorbeeld de ANWB, de vakbonden en de Raad van Kerken– een duidelijke stem geven, voorkomt dat luidruchtige stemmingmakers, zonder duidelijke achterban, het debat gaan domineren.”

  1. Speel niet op de persoon

Aarts: „Een discussie begint over de inhoud, maar verzandt vaak al snel, merkte ik tijdens het bestuderen van gesprekken die leiden tot polarisatie. Als de inhoud naar de achtergrond verdwijnt, kan dat gepaard gaan met aanvallen op de persoon of beledigingen. Dat helpt niet.”

  1. Houd een gesprek nooit vrijblijvend

Aarts: „Een gesprek moet altijd tot doel hebben om een volgende gezamenlijke stap te zetten. Al is die stap nog zo klein, zoals een vervolggesprek.”

  1. Maak gebruik van onafhankelijke voorzitters

Euwema: „Onafhankelijke voorzitters zijn een mooie traditie in Nederland bij grote opgaven. Denk aan Nijpels van het klimaatberaad. Een belangrijk punt is wel dat dergelijke personen hun rol goed moeten vervullen. Rolzuiverheid is superbelangrijk. Anders overspeel je je hand.”

  1. Zoek de luwte op

Een sociaal medium is ongeschikt voor een constructieve dialoog, zegt Euwema. „In een paar tekens kun je alleen een mening ventileren, maar op een goede manier debatteren lukt niet. Vergelijk het met de formatie van een kabinet, dat doe je ook niet voor de camera’s of op de sociale media. Om verder te komen moet je in alle rust kunnen overleggen.”

  1. Presenteer een wenkend toekomstbeeld

Euwema: „Een mooi, duurzaam toekomstvisioen over hoe Nederland er in 2050 uitziet, kan verbindend werken tussen mensen. Zo’n visioen kun je gezamenlijk ontwerpen. Het is vervolgens een ambitie en wenkend perspectief waar iedereen naar streeft. Samen kom je dan eerder tot innovatieve oplossingen.” Specifiek voor media heeft Euwema de tip om niet enkel met doemscenario’s te komen. „Dat inspireert mensen niet.”

  1. Bied de burger mogelijkheden

Aarts: „Mensen moeten het gevoel hebben dat ze mee kunnen helpen. Ze moeten zelf keuzes kunnen maken. Als het gaat om de transitie naar duurzame energie moet duidelijk zijn wat dat betekent en wat de kansen zijn, bijvoorbeeld dat een maatregel uiteindelijk goed is voor de eigen portemonnee.”

  1. Creëer (en respecteer) objectieve informatie

Om een gepolariseerd debat uit het slop te trekken is objectivering nodig, stelt Euwema. „Want iedereen komt steeds vaker met zijn of haar eigen, al dan niet wetenschappelijke feiten op de proppen. Ik vind dat onafhankelijke instituten het debat moeten toetsen. Hiervoor kun je denken aan instituten en denktanks zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek, het Planbureau voor de Leefomgeving en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Voor deze organisaties zouden we met z’n allen veel meer respect moeten hebben. Want een van de kwalijkste zaken van deze tijd is dat men met het grootste gemak eigen zogenaamd wetenschappelijke denktanks creëert of gebruikt. Dat doet enorm afbreuk aan wetenschappelijke inzichten. Ik wil een sterk pleidooi voeren voor blijvende erkenning voor onze geïnstitutionaliseerde kennisorganisaties, zoals het Planbureau voor de Leefomgeving.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer