B. blijft zwijgen over dood Nicky Verstappen
Jos B., verdacht van het doden, misbruiken en ontvoeren van de 11-jarige Nicky Verstappen, blijft ontkennen en zwijgen. De 56-jarige Limburger zegt niets te maken te hebben met het misdrijf. Hoe het kan dat zijn DNA op het lichaam en de kleding –waaronder onderbroek– van de dode jongen zat, daar zwijgt hij over.
Nicky Verstappen uit Heibloem verdween in 1998 uit een jeugdkamp op de Brunssummerheide. Een dag later werd hij dood aangetroffen. Jarenlang bleef de zaak onopgelost, tot de politie een groot DNA-verwantschapsonderzoek opzette. De Limburgse verdachte deed daar niet mee aan mee. Maar omdat zijn familie hem als vermist had opgegeven en spullen waar zijn DNA op zat naar de politie had gestuurd, kwam er een 100 procent match.
Na een internationale klopjacht werd hij in augustus aangehouden in een afgelegen gebied in Spanje, nabij Barcelona. Hij zit sindsdien vast en blijft dat ook zeker de komende drie maanden. Zijn advocaat Gerald Roethof had gevraagd om opheffing van de voorlopige hechtenis, maar dat wees de rechtbank af.
De officier van justitie liet vrijdag tijdens de niet-inhoudelijke zitting weten dat er geen verder onderzoek komt naar de nog onbekende DNA-sporen die op het lichaam van de jongen zijn gevonden. Aanvankelijk zouden nog drieduizend mannen extra worden opgeroepen voor het verwantschapsonderzoek, maar vanwege match met B. op een van de sporen, heeft het Openbaar Ministerie besloten van dat aanvullend onderzoek af te zien.
Advocaat Roethof noemt dat heel zorgwekkend. „DNA kan op onschuldige manieren op plaatsen terechtkomen, dat weten we allemaal.” Hij vreest tunnelvisie van het OM.
Justitie weerspreekt dat. „Het spoor dat wij ‘NN2’ noemen zat vele malen op de kleding en het lichaam van Nicky. Dat bleek van Jos B. te zijn. Er is ook nog een onbekend spoor ‘NN3’. Dat komt maar één keer voor.”
Het verzoek van het Openbaar Ministerie voor een schouw op de Brunsummerheide is nog even geparkeerd. De rechtbank wil eerst meer informatie van het OM over het nut daarvan en beslist mogelijk tijdens de volgende zitting, die is op 5 juni gepland. De zaak wordt dan wederom niet-inhoudelijk behandeld.