„Sharia strijdt met mensenrechten”
De sharia, de islamitische wetgeving, is in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Europese landen waar de sharia wordt toegepast of gedoogd hebben tot medio 2020 om hier op te reageren.
Een grote meerderheid van de parlementariërs in de Raad van Europa stemde dinsdagavond voor een rapport met deze conclusie – de tekst werd aangenomen met 69 stemmen voor en 14 tegen. Volgens dit rapport is de sharia in strijd met tenminste veertien mensenrechten in het Europese verdrag, zoals het recht om vrij te trouwen, de vrijheid van meningsuiting en het verbod op foltering.
De uitspraak heeft vooral gevolgen voor twee Europese landen: Griekenland en het Verenigd Koninkrijk. In Griekenland valt een islamitische minderheid officieel onder de sharia, en het Verenigd Koninkrijk gedoogt informele shariarechtbanken. Daarnaast zijn drie landen, naast lid van de Raad van Europa, ook lid van de Islamitische Organisatie voor Samenwerking (IOS): Albanië, Azerbeidzjan en Turkije.
Op voorstel van CDA’er Pieter Omtzigt moeten deze vijf landen voor medio 2020 laten weten wat ze met deze uitspraak doen, en of de drie IOS-leden wellicht de organisatie willen verlaten. De reden hiervoor is de Caïroverklaring uit 1990. Dit document, een van de grondslagen van de IOS, stelt de sharia boven alle andere wetten. Vertegenwoordigers van met name Turkije probeerden vergeefs de formulering in het rapport af te zwakken.
Met racisme of islamofobie heeft deze discussie niets te maken, benadrukt Omtzigt. „Dit gaat verder dan religie. Het gaat hier om een juridisch systeem dat haaks staat op onze mensenrechten, met name op het punt van gelijkheid tussen man en vrouw.” Volgens de sharia mogen vrouwen niet zonder man naar buiten en is hun getuigenis voor de rechter half zoveel waard als dat van een man.