Rohingya willen nog niet terug naar Myanmar
Rohingya-vluchtelingen in de kampen in Bangladesh willen niet terug naar huis. Met duizenden protesteerden ze donderdag tegen een poging om ze te repatriëren naar Myanmar, omdat het er niet veilig is.
Vrijdag zou de vrijwillige terugkeer beginnen. De regeringen van Myanmar en Bangladesh waren dat eind vorige maand overeengekomen in een bilateraal akkoord: ze zouden 2260 leden van 486 families terugbrengen over een periode van twee weken. Maar na grote demonstraties in verschillende van de 27 kampen in Bangladesh werd de terugkeer afgeblazen.
De protesten begonnen net na de middag in een van de kleinere kampen in Unchiprang, vlakbij de grens, en verspreidden zich naar andere plaatsen zoals Kutupalong, het grootste opvangkamp.
Niet veilig
Sinds augustus zijn al meer dan 700.000 Rohingya, waarvan 60 procent kinderen volgens Unicef, gevlucht voor wreedheden in de Myanmarese staat Rakhine. Voor velen zijn vreselijke beelden in het geheugen gebrand. Beelden van verkrachtingen en ander seksueel geweld en het in brand steken van huizen met mensen er nog in.
„Waarom zouden we terugkeren”, vraagt Nahar, een 26-jarige moeder van drie kinderen die in juli aankwam in de kampen rond Cox Bazar. Ze is ervan overtuigd dat een terugkeer naar Myanmar haar dood zal betekenen.
De overheid van Bangladesh werkt samen met VN-agentschappen en lokale en internationale organisaties om behuizing, medische zorg, school en voedsel te voorzien voor bijna één miljoen mensen.
De hoge VN-commissaris voor de Mensenrechten, Michelle Bachelet, drong er deze week nog bij Bangladesh op aan om pogingen tot terugsturen te stoppen omdat die in strijd zouden zijn met de internationale regels. „Vanwege steeds nieuwe schendingen van mensenrechten, betekent de repatriëring van Rohingya-vluchtelingen momenteel dat ze teruggegooid worden in de cyclus van schendingen die deze gemeenschap al decennia meemaakt”, zei ze.
De Bengalese minister van Buitenlandse Zaken, Abul Hassan Mahmood Ali, liet donderdagavond weten dat zijn land de Rohingya niet zal dwingen om terug te keren naar Myanmar. „Er zijn geruchten dat we ze onder dwang laten terugkeren”, zei hij op een persconferentie, „maar we hebben vanaf het begin gezegd dat de terugkeer vrijwillig moet zijn. We geven deze mensen onderdak, dus waarom zouden we ze dwingen terug te keren?”
In oktober zei Marzuki Darusman, hoofd van de VN-onderzoeksmissie in Myanmar, dat de harde opstelling van de Myanmarese regering „met voorsprong het grootste obstakel is voor repatriëring”. Hij zei ook dat „Myanmar de cycli van geweld zal blijven kennen als er geen einde komt aan de straffeloosheid.” De VN hebben opgeroepen tot een diepgaand onderzoek naar genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden in Rakhine.
Volgens Abu Morshed Chowdhury, voorzitter van de kamer van koophandel van Cox’s Bazar Kamer van Koophandel en medevoorzitter van een ngo-forum, zijn de plannen voor de terugkeer gebrekkig. „Hoe kan een vluchteling terugkeren, zelfs indien dat vrijwillig is, zonder garanties op staatsburgerschap? De VN-agentschappen hebben de verantwoordelijkheid om dit te garanderen.”
Volgens Chowdhury moeten de VN „een meer actieve rol spelen om een succesvolle repatriëring mogelijk te maken.”
Caroline Gluck, woordvoerder van het VN-vluchtelingenagentschap UNHCR in Cox’s Bazar, zegt dat elke vluchteling het recht heeft om vrij te beslissen over zijn of haar toekomst en het recht heeft om terug te keren. Hun beslissing moet gebaseerd zijn op relevante en betrouwbare kennis van de omstandigheden in hun thuisland.
Niet overhaast
„Maar door de moeilijke toegang tot Rakhine kan de UNHCR dergelijke informatie nu moeilijk geven”, zegt ze. „Alleen de vluchtelingen zelf kunnen beslissen of ze gebruik maken van hun recht om terug te keren en het moment kiezen waarop dat voor hen juist is. Het is cruciaal dat de terugkeer niet overhaast gebeurt.”
Volgens Gluck steunt de UNHCR de vrijwillige terugkeer van de Rohingya-vluchtelingen in veiligheid en waardigheid. „We zullen met alle partijen samenwerken om dat te bereiken”, zegt ze. „Maar de toestand is nu nog niet in lijn met onze standaarden.”