De Nederlanders waren over die goed georganiseerde hinderlaag niet getipt door de Iraakse bevolking of door leger of politie. „Een herhaling van zo’n aanslag zou de relatie tussen Irakezen en Nederland onherstelbaar beschadigen", zei Kamp tegen Al Hassani. De Iraakse gouverneur vatte dat op als een dreiging met vertrek en waarschuwde Kamp dat diens uitlatingen via de lokale televisie een „aanmoediging" zouden zijn voor terroristen om nieuwe aanslagen te plegen.

Kamp haastte zich daarop uit te leggen dat hij zijn opmerking niet als een dreigement had bedoeld. Hij drong er echter wel op aan dat de Iraakse burgers en instanties als politie en leger de Nederlanders tippen als terroristen aanslagen voorbereiden. De hinderlaag van 14 augustus, waarbij over een periode van vier uur op verschillende plekken op Nederlandse militairen werd geschoten, heeft een „grote negatieve invloed gehad op de publieke opinie in Nederland", zei Kamp.

Gouverneur Al Hassani benadrukte dat het incident ook voor hem en de lokale bevolking „een schok" was geweest. Hij pleitte voor nog meer samenwerking tussen Nederlandse militairen en Irakezen. Kamp antwoordde dat hij de gouverneur erkentelijk is voor de goede relatie, „maar ik sta er absoluut op dat als er weer bedreigingen tegen de Nederlandse militairen zijn, dat onmiddellijk aan ons gemeld wordt. Wij zijn bereid risico’s te nemen, maar u moet ons wel helpen."

Later op de dag, in een toelichting tegenover journalisten, zei Kamp: „Ik ben niet van plan iets over mijn kant te laten gaan. Wij doen hier een moeilijke klus en ik wil dat de Iraakse politie en de Nationale Garde het maximale doen om ons te helpen. Als ze ons niet waarschuwen voor aanslagen, neem ik ze dat kwalijk. Hoe ze dat opvatten, maakt mij niet uit, als ze maar doen wat ik vraag. Maar ik ben hier niet gekomen om te dreigen met weggaan."

Dinsdag werd ook duidelijk dat de landmachtmilitairen nog voor de jaarwisseling ’ontstekingsverklikkers’ krijgen waarmee op afstand kan worden gezien dat er een zogeheten geïmproviseerd explosief met ontstekingsmechanisme langs de weg ligt. De Britse militairen in Irak hebben al langer de beschikking over dergelijke verklikkers.

De geknutselde bommetjes zijn volgens de Nederlandse commandant Matthijssen een van de grootste gevaren tijdens patrouilles. Onlangs werden de militairen twee keer het slachtoffer van zo’n explosief, waarbij op 7 oktober een militair lichtgewond raakte.

Kamp liet tijdens zijn bezoek verder duidelijk merken dat er geen mogelijkheid bestaat dat de Nederlanders langer blijven dan tot half maart volgend jaar. Al drongen zijn gesprekspartners (Britse generaal, Japanse kolonel, Iraakse lokale politici) er op aan dat de Nederlanders hun missie verlengen, Kamp houdt vast aan het kabinetsbesluit. „Mijn boodschap is dat we hier nog vijf maanden zijn en dat we zo veel mogelijk willen doen voor de Irakezen. Over de periode na 15 maart heb ik niets te bespreken."

Kamp kondigde verder nog aan dat waarschijnlijk een klein aantal functionarissen van het middenkader van politie en nationale garde binnenkort in Nederland getraind zal worden. Ook zal Nederland bijdragen aan verbetering van de verbindingsmiddelen bij de Iraakse veiligheidsinstanties.