Strijd om Idlib kan elk moment beginnen
De strijd om de Syrische provincie Idlib kan elk moment losbarsten, alle internationale waarschuwingen ten spijt. Een humanitair drama van ongekende omvang dreigt.
Zeven jaar na het begin van de oorlog in Syrië is het grootste deel van het land weer in handen van het regeringsleger. Met steun van Rusland en Iran is de Syrische president Bashar al-Assad erin geslaagd zijn positie als leider van het Arabische land veilig te stellen. De laatste verzetshaarden zijn de afgelopen maanden opgeruimd.
Op één grote uitzondering na. De noordwestelijke provincie Idlib is nog altijd onder controle van opstandelingen en jihadistische groeperingen. Zij hebben naar schatting in totaal 30.000 manschappen in het gebied verzameld, waaronder veel buitenlandse strijders.
Die bereiden zich al maanden voor op een beslissende confrontatie met de troepen van Assad en zijn bondgenoten. Op beelden is te zien hoe strijders loopgraven aanleggen en man-tegen-mangevechten trainen. Zij genieten volop steun van de lokale bevolking.
Vastbesloten
Of dat veel zal helpen is de vraag. Assad is vastbesloten Idlib te heroveren en weet zich daarbij van krachtige Russische en Iraanse militaire steun verzekerd. Russische gevechtsvliegtuigen bombardeerden de afgelopen weken al tientallen doelen in Idlib, in aanloop naar het grote offensief.
Minister van Buitenlandse Zaken Walid Muallem verklaarde vorige week dat de „bevrijding” van Idlib absolute prioriteit voor de regering heeft. Hij benadrukte dat burgerslachtoffers moeten worden vermeden, maar voegde daar tegelijk aan toe dat de opstandelingen zullen worden verslagen „wat de offers ook mogen zijn.”
Het zijn juist die offers die de internationale gemeenschap ernstig zorgen baren. En dan vooral onder de burgerbevolking. In Idlib wonen een kleine 3 miljoen mensen, van wie 1 miljoen kinderen. Een grootscheepse aanval op de provincie zal een enorme stroom vluchtelingen op gang brengen – naar schatting rond de 800.000 mensen. Hulporganisaties hebben gewaarschuwd dat een humanitaire catastrofe dreigt van een „ongekende omvang, zoals we die in de Syrische oorlog nog niet hebben gezien.”
Het probleem is dat de vluchtelingen nergens heen kunnen. De kampen in de regio zelf zitten overvol. En Turkije houdt zijn grenzen angstvallig gesloten. Het land heeft al een kleine 3,5 miljoen vluchtelingen opgenomen en is vastbesloten niet nog eens honderdduizenden nieuwe ontheemden toe te laten. Daarom heeft het Turkse leger aanzienlijke versterkingen naar de grens gestuurd.
Sinds vrijdag overleggen de leiders van Iran, Rusland en Turkije in de Iraanse hoofdstad Teheran over de situatie in Syrië. Belangrijkste punt van overleg is hoe een menselijk drama in Idlib kan worden voorkomen. Een akkoord waardoor een offensief nog kan worden voorkomen lijkt uiterst onwaarschijnlijk.
Het dreigende humanitaire drama in Idlib kan nog verder worden vergroot door de inzet van chemische wapens. Ook daarover doen al wekenlang hardnekkige geruchten de ronde. De Amerikaanse inlichtingendienst verklaarde deze week nog dat hij over veel bewijzen beschikt dat het regeringsleger niet-conventioneel oorlogstuig wil gebruiken als de strijd om Idlib ontbrandt.
Vergeldingsaanvallen
De Amerikaanse president Trump heeft met harde vergeldingsaanvallen op Syrië gedreigd als die wapens daadwerkelijk worden ingezet. Gezien de Russische en Iraanse betrokkenheid bij de oorlog zou een dergelijk fors Amerikaans ingrijpen tot een uiterst explosieve situatie leiden. Overigens circuleren er ook berichten dat opstandelingen over chemische wapens zouden beschikken.
Intussen houdt de bevolking van Idlib haar hart vast voor de dingen die komen gaan. Dat hun een hoop ellende te wachten staat, lijkt wel zeker. De vraag is alleen nog wanneer het geweld losbarst.