Werkgroep VS moet vrijheid van godsdienst borgen
De godsdienstvrijheid in Amerika staat onder druk, is het gevoelen van de regering-Trump. Een speciale werkgroep moet nu van justitieminister Sessions de verdediging van „het voornaamste grondrecht” een extra impuls geven.
„Een gevaarlijke beweging, door velen niet opgemerkt, bedreigt onze godsdienstvrijheid en holt die ook uit”, zei Sessions begin deze week. „Daar moeten we tegen in actie komen en dat moeten we een halt toeroepen.”
Een nieuwe werkgroep, de Religious Liberty Task Force (RLTF), moet gaan zorgen dat overheden en rechters de vrijheid van godsdienst beschermen. De RLTF gaat erop toezien dat zij de richtlijnen die de regering-Trump vorig jaar november opstelde, met voortvarendheid implementeren. Sessions: „We hebben deze extra richtlijnen nodig omdat in ons land mensen vanwege hun godsdienstige overtuiging soms worden gediscrimineerd en zelfs veroordeeld.”
In zijn toespraak van maandag vertelde de minister dat er op dit moment 24 civiele procedures lopen waarin het draait om discriminatie vanwege het geloof. Daarnaast liggen er nog ruim negentig aangiftes wegens discriminatie te wachten op behandeling.
Volgens Sessions zijn bijna alle zaken een erfenis van de regering-Obama. „Onder de vorige president zijn veranderingen doorgevoerd, waarvan we nu de nadelige effecten zien.” Hij wees op de bezwaren van nonnen tegen de verplichting om via de ziektekostenverzekering mee te betalen aan abortiva. Verder laakte hij de vragen die senatoren recent aan een voorgedragen kandidaat-rechter stelden over haar godsdienstige opvattingen. „Terwijl de wet dit expliciet verbiedt.”
Ook herinnerde Sessions aan het proces dat een bakker uit Colorado Springs moest doormaken omdat hij geweigerd had een bruidstaart voor een homopaar te maken. In bedekte termen toonde de minister zich maandag dankbaar dat het hooggerechtshof de aanklacht tegen deze man had afgewezen, al is daarmee de kous nog niet helemaal af.
„Het is inmiddels zover gekomen dat rechters denken dat moraliteit niet het fundament voor de wetgeving kan zijn, dat predikanten bang zijn om vanaf de kansel te zeggen wat zij als hun missie zien, en waar actiegroepen een groep of kerk kunnen labelen als haatgroep – uitsluitend omdat ze een bepaalde religieuze overtuiging hebben en daar consequenties aan verbinden”, zei Sessions. Hij beloofde dat de regering-Trump dit niet langer zal tolereren.
De president zelf onderstreepte dit toen hij in januari schreef: „Geen Amerikaan, of hij nu non, verpleegkundige, bakker of eigenaar van een bedrijf is, mag gedwongen worden te kiezen tussen zijn geloof en gehoorzaamheid aan de wetten van dit land.” Dat handhaving van godsdienstvrijheid topprioriteit van de regering moet zijn, staat voor Sessions buiten kijf: „De vrijheid van godsdienst is het eerste en belangrijkste grondrecht in ons land en wordt bovendien ook nog eens extra beschermd door het grondwettelijk recht op vrije meningsuiting. Als Amerika de godsdienstvrijheid niet langer serieus neemt, dan verkwanselt ze haar constitutie. Als je wilt weten hoe mensen denken over democratie, dan moet je nagaan hoe ze staan tegenover de vrijheid van godsdienst”, aldus Sessions.
Zorgpunt van de regering-Trump is dat de ene rechter de vrijheid van godsdienst strikter begrenst dan de andere. Vandaar de richtlijnen die vorig najaar zijn uitgegeven. Daarin staat expliciet dat ieder het recht heeft om zijn geloof te belijden en op grond van zijn overtuiging actie te ondernemen, werk te doen of daar juist van af te zien. Concreet zou door deze regel de taartenbakker uit Colorado Springs al in een veel eerder stadium vrijuit zijn gegaan.
Het nieuws over het instellen van de werkgroep is bij Amerikaanse evangelicals positief ontvangen. „Dit is een historische en positieve stap. We mogen dankbaar zijn dat de regering-Trump de vrijheid van godsdienst en van geweten zo serieus neemt”, zegt de baptist Mat Staver. Staver is verbonden aan de organisatie Liberty Counsel, die diverse rechtszaken rond godsdienstvrijheid heeft gevoerd.
Progressieve groepen in de VS denken daar totaal anders over. Zij vrezen dat met name de rechten van homoseksuelen in het gedrang komen. „Sessions geeft met dit besluit een vrijbrief om homoseksuelen te discrimineren”, zegt Sarah Warbelow van de organisatie Human Rights Campaign. „In de achterliggende anderhalf jaar hebben Donald Trump, Mike Pence en Jeff Sessions zich vooral ingespannen om in naam van de godsdienstvrijheid de rechten van homo’s in te perken en uit te wissen.”
Ook organisaties die strijden voor vrouwenemancipatie zijn uitgesproken negatief over het instellen van de RLTF. „Geen misverstand. Deze taskforce is een poging van extremisten om mensen de zorg en diensten waar ze recht op hebben, af te nemen,” zegt de organisatie Naral Pro-Choice, die zich inspant voor het recht op abortus.
Cal Jillson, hoogleraar politicologie aan de Southern Methodist University in Dallas, beoordeelt het besluit van de regering-Trump om extra aandacht aan vrijheid van godsdienst te besteden „genuanceerd.” Deels beschouwt hij het als een methode van de president om het vertrouwen bij de conservatieve evangelicals te behouden. „Hij heeft in zijn verkiezingscampagne belooft om de bedreiging van godsdienstvrijheid te keren. Dat was een belangrijke reden voor evangelicals om op hem te stemmen. Die belofte komt hij na.”
Jillson zit wel met de vraag of Trump zelf echt bezorgd is over de vrijheid van godsdienst. „Vicepresident Pence en minister Sessions zijn dat wel. Maar Trump? In ontmoetingen met wereldleiders speelt het thema van de godsdienstvrijheid nauwelijks een rol. Maar goed, positief is dat Trump zijn belofte nakomt”, aldus de politicoloog.
Ook als het gaat om de noodzaak tot het instellen van een taskforce heeft Jillson gemengde gevoelens. „Er is zeker sprake van discussie over de godsdienstvrijheid, maar we moeten wel goed in de gaten hebben dat religieuze groepen in ons land veel vrijheden hebben. Iedere geloofsgemeenschap kan hier in vrijheid samenkomen. Geen predikant of priester wordt een strobreed in de weg gelegd. Kerken kunnen hun gang gaan en elke profeet mag zijn eigen sekte stichten. Dat is elders op de wereld wel anders.”
Tegelijk ziet hij in de maatschappij dingen gebeuren die bijvoorbeeld orthodoxe christenen en instellingen in het nauw kunnen drijven. Jillson wijst op de kwestie van het toelatingsbeleid van onderwijsinstellingen. „In verschillende staten komt de accreditatie van universiteiten en colleges in gevaar omdat ze de oude, traditionele visie op het huwelijk aanhangen. Als een universiteit geen kamer op haar campus wil verhuren aan een ongetrouwd stel of aan een homopaar, heb je in sommige staten als universiteitsbestuur een groot probleem. Dat is zorgwekkend. Of deze werkgroep daar echt iets aan kan doen, zal afhangen van het mandaat.”