Armeense opstand gaat door tot in kerk
Na het wegjagen van de Armeense premier Serzj Sargsian in april, eisen demonstranten nu het opstappen van de leider van de Armeense kerk, Karekin II.
Volgens critici behoort kerkleider Karekin II tot de elite die zich verrijkt ten koste van het gewone volk. Zo’n positie is niet langer vanzelfsprekend in Armenië na de vredige revolutie in april. Daarbij werd premier Sargsian weggejaagd. In zijn plaats kwam Nikol Pasjinian, een gematigde oppositieleider die nog moet bewijzen of hij in staat is om het Kaukasische land te veranderen. Onder het motto ”Een nieuw Armenië, een nieuwe patriarch” is er onder de bevolking een steeds sterker gehoorde roep om een verandering in de kerkleiding.
Directeur
Karekin, de 132e kerkleider van de Armeense kerk, is al sinds 1999 leider van de oosters-orthodoxe kerkstroming. Hij is impopulair omdat hij zich voor het regime van Sargsian uitsprak. Armeniërs zien de kerkleider als een corrupte directeur van een bedrijf, verklaart de Armeense journalist Tigrane Jegavian. Toen Karekin nog aartsbisschop was van de Armeense hoofdstad Jerevan ervoeren velen zijn optreden meer als het besturen dan als het voeden van de leden van de kerk op geestelijk gebied, meent kerkhistoricus Filip Soekiasian.
Het merendeel van de bevolking ziet de Armeense kerk als de enige ware kerk. De kerk als instituut staat dan ook niet onder kritiek. Jegavian: „Het gaat echt om Karekin II. Hij zit dicht bij de oligarchen.” Dat systeem, waarin de macht bij enkelingen ligt, komt uit de tijd dat Armenië nog onderdeel was van de Sovjet-Unie. De armoede volgde in de jaren na de ineenstorting van dit rijk. De kerk was door de communisten als het ware ingelijfd en gebruikt om de bevolking tot in de kerk onder controle te krijgen.
Na het instorten van de Sovjet-Unie gingen tijdens de privatisering de beste banen naar degenen die tijdens het communisme de touwtjes in handen hadden. Jegavian: „Wat dat betreft is Karekin ook een kind van zijn tijd. Hij is meer geïnteresseerd in het materiële dan in geestelijke zaken.”
Vergif
Karekin werd begin juli voor het eerst belaagd. Tegenstanders besloten te demonstreren bij het hoofdkwartier van de kerkleider, en namen tentjes mee. Een week later blokkeerden betogers de weg voor Karekins auto. De kerkleider werd vervolgens uitgefoeterd.
In een reactie riep Karekin II de leiders van de Armeense kerk samen. Gezamenlijk besloten ze om een kritische geestelijke, Arakelian, te ontslaan. Volgens Soekiasian kan de stap slechte gevolgen hebben voor de kerkleider. In elk geval zal de beslissing „de atmosfeer verder vergiftigen.”
Het lijkt er niet op dat de Armeense patriarch spoedig zijn positie zal verlaten. De enige die hem mag vervangen, is hijzelf. Bovendien zijn er nu minder betogers op de been dan tijdens de protesten tegen premier Sargsian.
De Armeense kerk is een van de zes kerken die bekendstaan als oriëntaals-orthodox. Ze vormt een afscheiding van de oosters-orthdoxe kerken. Samen met de Koptische, Syrische, Eritrese, Ethiopische en de Indische kerken telt de stroming meer dan 50 miljoen leden.