Geitenhouderij sterk groeiende bedrijfstak
Nederland telt steeds meer geiten. Op 1 april liepen hier ruim bijna 600.000 geiten rond. Dat is ongeveer 12 procent meer dan een jaar eerder. Het aantal koeien loopt juist terug.
De geitenhouderij groeit al jaren. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zijn er nu 45 procent meer geiten dan vijf jaar geleden. Noord-Brabant en Gelderland, de belangrijkste geitenprovincies, hebben al beperkende maatregelen getroffen.
Uit cijfers van de jaarlijkse landbouwtelling die het CBS woensdag publiceerde, blijkt dat de Nederlandse boeren samen iets minder dan 4 miljoen runderen op stal of in de wei hebben lopen. De daling bedroeg 178.000 dieren (4 procent) ten opzichte van een jaar eerder. De krimp wordt volgens het CBS veroorzaakt door de aanpak van het mestoverschot.
Tussen 2014 en 2016 groeide de Nederlandse rundveestapel aanzienlijk door de afschaffing, op 1 april 2015, van de Europese melkquotering. Veel boeren investeerden toen in uitbreiding van hun bedrijf. De totale Nederlandse mestproductie, gerekend in kilo’s fosfaat, kwam daardoor boven een met de Europese Commissie afgesproken ‘plafond’.
Brussel dreigde vervolgens Nederland strengere uitrijnormen voor mest op te leggen. Om dat te voorkomen, heeft de Nederlandse regering dit jaar zogeheten fosfaatrechten ingevoerd. In 2017 was er al een voorlopige regeling van kracht, het fosfaatreductieplan. In beide gevallen wordt een melkveehouder afgerekend op de omvang van zijn veestapel op 2 juli 2015 –omgerekend in kilo’s fosfaat– minus een korting (vorig jaar 4 procent, dit jaar 8,3 procent). Wie meer koeien houdt, wordt fors beboet. Slechts in heel bijzondere gevallen maakt de overheid een uitzondering.
Door deze ingrepen is de totale rundveestapel voor het eerst sinds 2013 weer onder de 4 miljoen dieren uitgekomen. Op 1 april telde Nederland 1,63 miljoen volwassen melkkoeien. Dat zijn er ruim 64.000 (4 procent) minder dan een jaar eerder. Melkveehouders deden vooral afstand van jongvee, met een afname van 162.000 dieren (14 procent). Het aantal vleeskalveren steeg met 47.000 (5 procent) en kwam voor het eerst boven de 1 miljoen dieren.
Bij schapen en varkens zijn de verschuivingen klein. Op 1 april telde Nederland 810.000 schapen en 12,5 miljoen varkens.