Kiesraad ziet nut nieuwe kiesstelsel nog steeds niet
De Kiesraad ziet nog steeds niet waarom Nederland een nieuw kiesstelsel moet krijgen. Er is weinig dat voor het nieuwe systeem pleit, al is er ook niet al te veel tegen, concludeert de raad in een maandag verschenen advies over het wetsvoorstel voor het nieuwe kiesstelsel.
Net als in een eerder advies vindt de Kiesraad het een bezwaar dat de veranderingen nogal ingewikkeld zijn, maar op zichzelf is er geen reden om er niet mee in te stemmen.
Het kabinetsplan bestaat eruit dat de kiezers twee stemmen krijgen, een voor een landelijke lijst en een voor een regionale. De landelijke stemmen bepalen de zetelverdeling in de Tweede Kamer, de regionale stemmen zijn van invloed op de samenstelling van de fracties. De bewindsman wil ongeveer twintig zogeheten meervoudige districten, waaruit twee tot zes afgevaardigden in de Kamer komen.
Dat alles moet er voor zorgen dat de afstand tussen kiezer en gekozene kleiner wordt. Nu komen nog te veel parlementariers op de slippen van hun lijsttrekker de Kamer binnen, vindt minister De Graaf (Bestuurlijke Vernieuwing).
Na kritiek van een groot deel van de Tweede Kamer heeft De Graaf enkele kleine aanpassingen gedaan, die de Kiesraad nu heeft goedgekeurd. Zo wordt het mogelijk als kandidaat zowel op de landelijke als op de districtslijst te komen, en om als politieke partij alleen met een landelijke lijst te komen.
Het blijft voor de raad een bezwaar dat het nieuwe stelsel „aanzienlijk gecompliceerder is dan het huidige stelsel, zonder dat dit leidt tot een evident betere wijze van verkiezing van de leden van de Tweede Kamer.” De Graaf weerspreekt dat telkens. Volgens hem is het een kwestie van gewenning.