Britten beschuldigen Rusland van opslaan zenuwgas
De Britse minister van Buitenlandse Zaken, Boris Johnson, zei zondag dat Rusland het dodelijke zenuwgas dat werd gebruikt om een Russische voormalige dubbelagent in Engeland te vergiftigen heeft opgeslagen. Vervolgens heeft Rusland volgens hem onderzocht hoe dergelijke wapens kunnen worden gebruikt bij moorden.
Groot-Brittannië beschuldigt Rusland ervan het zenuwgas novitsjok uit de Sovjet-tijd te hebben gebruikt om Sergej Skripal en zijn dochter Joelia aan te vallen. Het zou voor zover bekend het eerste offensieve gebruik van een dergelijk wapen op Europese bodem zijn sinds de Tweede Wereldoorlog. Rusland heeft elke betrokkenheid ontkend.
„We hebben feitelijk bewijs dat Rusland de afgelopen tien jaar niet alleen de levering van zenuwgas heeft onderzocht met het oog op moordaanslagen, maar ook novitsjok heeft gemaakt en opgeslagen”, zei Johnson tegen de BBC. Groot-Brittannië en Rusland hebben inmiddels elk 23 diplomaten uitgezet in verband met de aanval.
Experts van de organisatie tegen chemische wapens (OPCW) komen maandag in Groot-Brittannië aan om monsters te onderzoeken die bij de aanval zijn gebruikt. De resultaten daarvan zouden over twee weken bekend moeten zijn, aldus het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken.
Ruslands ambassadeur bij de Europese Unie Vladimir Tsjitsjov zei tegen de BBC dat een Brits onderzoekslaboratorium de bron kan zijn van het zenuwgas dat bij de aanslag werd gebruikt.
Johnson verwierp die beweringen en zei dat de reactie van Rusland „niet de reactie was van een land dat echt gelooft dat het onschuldig is”. „Hun reactie is een mix van zelfvoldaan sarcasme, ontkenning en versluiering”, zei hij.