Na de aanslagen op 11 september heeft de federale overheid de verantwoordelijkheid voor de veiligheid rond vliegvelden overgenomen. Daarvoor heeft men 30.000 tot 40.000 speciaal opgeleide en getrainde controleurs nodig. Die zijn er nog niet. Daarom heeft de overheid voorlopig de contracten verlengd van de meeste particuliere veiligheidsfirma’s die op Amerika’s vliegvelden verantwoordelijk zijn voor de controle van passagiers en bagage.

Ondanks de shock van de 11e september, toen terroristen erin slaagden om vier passagierstoestellen te kapen, en ondanks het verscherpte toezicht op de controleurs blijft men slordig werken. Bij tests van het controlesysteem op 32 grote Amerikaanse vliegvelden smokkelden controleurs van het ministerie van Transport vuurwapens, nepbommen en messen aan boord. Messen ontsnapten in 70 procent van de gevallen aan de aandacht van controleurs. Nepbommen haalden hun doel in 60 procent van de tests en bij vuurwapens lukte het in 30 procent van de tests om die aan boord te krijgen.

De controleurs van het ministerie verschaften zich ook gemakkelijk toegang tot afgesloten delen van sommige vliegvelden. In een aantal gevallen wist men aan boord van vliegtuigen te komen zonder enig document.

Deze feiten staan in een vertrouwelijk rapport dat bestemd is voor minister Norman Mineta van Transport. Maandag lekte het uit. Intussen heeft parlementariër Edward Markey aandacht gevraagd voor de veiligheid rond Amerikaanse kerncentrales. „Het is heel goed mogelijk dat er al terroristen werken voor de particuliere veiligheidsdiensten die zulke centrales bewaken. Niemand controleert dat en niemand controleert de veiligheidsmaatregelen rond de centrales zelf”, aldus Markey. Hij wil de veiligheid rond kerncentrales ook tot een federale verantwoordelijkheid maken, zoals dat bij vliegvelden is gebeurd.