Serie aanslagen op kerken in Bagdad
Onbekenden hebben zaterdag in de vroege ochtend aanslagen gepleegd op zes kerken in de Iraakse hoofdstad Bagdad. Dat hebben een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken en ooggetuigen gezegd. De explosies veroorzaakten schade, maar er zijn geen berichten over slachtoffers.
Het ging ogenschijnlijk om een gecoördineerde aanval op de kleine christelijke gemeenschap van Bagdad. De eerste ontploffing deed zich rond 04.00 uur (lokale tijd) voor bij de kerk van St.Jozef in het westen van de hoofdstad.
Vervolgens ontploften binnen een uur tijd bommen bij een andere St. Jozef–kerk, ditmaal in de wijk Dora in zuidelijk Bagdad, bij de St. Paulus–kerk in hetzelfde gebied, en bij een rooms–katholieke kerk in het centraal gelegen Karrada. Een uur later werd een aanslag uitgevoerd op de de St. Thomas–kerk in het westelijk gelegen Mansour.
Na het ochtendgloren ontplofte een mortiergranaat op een parkeerplaats tussen een hotel en de anglicaanse St. Joris–kerk in het centrum van Bagdad. Bij deze aanslag werden vijf auto’s vernield.
De partriarch van de Chaldese kerk, Emmanuel Delly, uitte in een reactie zijn angst. „Als de regering machteloos is, wat kunnen wij dan doen", vroeg hij zich af.
De christelijke gemeenschap in Irak maakt met 700.000 leden circa 3 procent van de bevolking uit. Onder het regime van Saddam Hussein leefde de kleine minderheid in relatieve rust, maar christenen zijn zwaar getroffen door de chaos die na de door de Amerikanen geleide invasie van vorig jaar is ontstaan.
Begin augustus kwamen zeker tien personen om toen in Bagdad en het noordelijke Mosul vijf kerken werden aangevallen. De Amerikanen hebben de aanslagen toegeschreven aan de Jordaanse terroristenleider Abu Musab al–Zarqawi.
Aanslagen zijn echter niet de grootste angst van Iraakse christenen, stelde J. Sebök van de Nederlandse stichting Open Doors, die opkomt voor vervolgde christenen. „Ze klagen vooral veel over ontvoeringen." Veel christenen behoren tot de middenklasse en militanten verwachten dat zij zich zullen vrijkopen. „Die ontvoeringen gaan puur om losgeld en hebben niet met religieuze vervolging te maken", aldus Sebök in een reactie.
Iraakse christenen zijn voornamelijk lid van eeuwenoude kerkgenootschappen als de Assyrische en Chaldese kerk. Na de aanslagen van augustus vluchtten tienduizenden christenen naar buurlanden, maar volgens Sebök zijn zij inmiddels grotendeels weer teruggekeerd.