Britse media meldden woensdag dat de regering een akkoord zou hebben bereikt. Dinsdagavond schreef The Daily Telegraph al dat Londen bereid was om 45 tot 55 miljard te betalen, in plaats van de eerder geboden 40 miljard. Maar de Financial Times meldde woensdagochtend dat het bedrag kan oplopen tot 100 miljard.

De betalingen worden wel uitgesmeerd over tientallen jaren en kunnen in de loop daarvan nog veranderen. Het is niet duidelijk hoeveel van dit bedrag in één keer moet worden betaald bij het daadwerkelijke vertrek van de Britten uit de Europese Unie in maart 2019.

De vertrekpremie is een van de drie hete hangijzers van dit moment, samen met de kwestie van de (Noord-)Ierse grens en de rechten van EU-burgers in Groot-Brittannië.

Volgens de EU gaat het bij de vertrekpremie om een vergoeding van daadwerkelijke kosten op de lange termijn. Zo heeft de EU allerlei meerjarenprojecten waaraan de Britten zich hebben verbonden, en waar ze niet van af zijn zodra ze zich uit de EU terugtrekken. Dit wordt vaak vergeleken met het betalen van alimentatie na een echtscheiding. Daarnaast gaat het om geld dat nodig is voor de pensioenen van voormalige EU-ambtenaren, onder wie ook veel Britten zijn.

In de Britse publieke opinie wordt dit vertrekgeld ervaren als een brexitboete die een hoge symbolische waarde heeft. Aanvankelijk bood Londen slechts 20 miljard euro.