Maritieme sector verkeert in zwaar weer
De maritieme sector heeft het moeilijk gehad in 2016. Dat concludeert het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in zijn maandag gepubliceerde Maritieme Monitor 2017.
Vooral maritieme bedrijven in het noorden maakten moeilijke tijden door, met faillissementen, reorganisaties en doorstarts als gevolg. Bij de havens, grote jachtbouw en de visserij ging het wel goed.
De directe toegevoegde waarde van de maritieme sector, het verschil tussen de marktwaarde van de productie en de marktwaarde van daarvoor ingekochte grondstoffen, daalde met bijna 3 procent naar ruim 18,2 miljard euro.
De werkgelegenheid in de branche liep met 0,2 procent terug. In 2016 bood de maritieme cluster werkgelegenheid aan ruim 271.500 mensen. Bij 166.600 van hen ging het om directe werkgelegenheid, de anderen werken bij toeleveranciers en andere aanverwante bedrijven.
De verwachtingen voor het lopende jaar zijn volgens het rapport niet rooskleurig. Overcapaciteit in de scheepvaart zorgt voor lage vrachtprijzen en lege orderboeken in de scheepsbouw. Ook de aanhoudende malaise in de offshore drukt op deze sector. Lichtpunt voor de offshore is de opkomst van windparken op zee en de activiteiten die daarmee gepaard gaan.
Maandagavond werden in Rotterdam de winnaars van de jaarlijkse maritieme awards bekendgemaakt. Schip van het jaar werd de Seagull-301, een multifunctioneel vaartuig dat zowel bemand, op afstand bestuurd als geheel autonoom kan opereren. Het schip is ontworpen en gebouwd door Ginton Naval Architects uit Haarlem en scheepswerf De Haas uit Maassluis.