Werner en Josephine toonden hun liefde zelfs met hun grafzerken
Tegendraads. Zo valt Josephine van Aefferden wel te typeren. Godsdienst, oorlog en stand negeerde ze. Met maar één doel: een huwelijk met Werner van Gorkum. Hun liefde voor elkaar reikte verder dan de dood. De beide grafmonumenten geven elkaar symbolisch de rechterhand.
De begraafplaats Nabij Kapel in ’t Zand in Roermond is net een doolhof. Er zijn maar liefst zes ingangen en vijf afzonderlijke gedeelten. De rooms-katholieke dodenakker is het grootst. De protestantse is al een stuk kleiner. De oude en de nieuwe Joodse begraafplaats zijn bescheiden te noemen. En al helemaal klein is het Verloren Kerkhof. Hier wachten atheïsten, namelozen en zelfmoordenaars op de dag van de opstanding. Onder de heg tussen het rooms-katholieke deel en het Verloren Kerkhof rusten overleden kinderen van wie men niet wist of ze gedoopt waren. Men liet het als het ware aan God over of Hij de kinderen tot Zich wilde nemen.
In de dood is iedereen gelijk. Maar de monumenten in Roermond verschillen sterk. De armen liggen onder eenvoudige zerken. Op de graven van sommige monniken en nonnen is een bed van kiezels uitgespreid. Bisschoppen daarentegen rusten in een crypte onder een kapel. De bekende architect Pierre Cuypers ligt begraven onder een sierlijk monument dat hij zelf liet oprichten toen zijn tweede vrouw in 1898 overleed. Leden van adellijke families zijn bijgezet in versierde grafkelders, waar hun lichamen tot het stof terugkeren. Eén echtpaar begreep goed wat niet vergaat: de liefde.
Kolonel
John Vaessen, rondleider van de Stichting Oude Kerkhof en auteur van een boek over de begraafplaats, wijst op een van de meest bijzondere grafmonumenten van Nederland: ”het graf met de handjes”. Aan weerszijden van een muur die scheiding maakt tussen het rooms-katholieke en protestantse deel van de begraafplaats staat een smal en meer dan 2 meter hoog monument. Op ruim 2 meter hoogte zijn de zerken met elkaar verbonden door een stenen mannen- en een vrouwenhand. Daar zit een langdurige en opmerkelijke geschiedenis aan vast.
De protestantse kolonel Werner van Gorkum (1809-1880) trouwde in 1842 met de rooms-katholieke jonkvrouw Josephine van Aefferden (1820-1888). Gemengde huwelijken kwamen wel vaker voor. Daarvan getuigt het feit dat er in Roermond diverse echtparen zijn begraven waarvan bijvoorbeeld de man op het protestantse deel ligt en de vrouw op het roomse deel. Tegen dit soort huwelijken was regelmatig verzet. Maar de liefde tussen Van Gorkum en Van Aefferden wekte meer dan gemiddelde weerstand. Vaessen: „Werner was beroepsmilitair en kwam uit Zuid-Holland. Hij werd later militiecommissaris. Hij moest dus werken voor zijn geld. De familie van Josephine bezat voorname panden en landerijen en was van hoge adel. Die familie hoefde niet te werken. Werner was in hun ogen van een lagere stand.”
Ook het feit dat Van Gorkum elf jaar ouder was en vooral het gegeven dat de twee niet hetzelfde geloof hadden, wekte weerstand. Evenzeer viel het niet in goede aarde dat Van Gorkums vader nauwe banden had met de Oranjes. Twee broers van Van Aefferden woonden in Brussel en waren anti-Hollands.
Werner van Gorkum en Josephine van Aefferden trouwden vijf dagen na het overlijden van een van deze broers. Of er met opzet is gewacht tot zijn overlijden, weet Vaessen niet. Maar opvallend is het wel. Het huwelijk werd niet gesloten in Roermond, maar wat verder bij de familie vandaan, in het Duitse plaatsje Pont, bij Geldern, schuin boven Venlo. „Ze kregen vijf kinderen die katholiek werden opgevoed.”
Gewijde grond
Van Gorkum was de eerste van de twee die overleed. Hij mocht als protestant niet in gewijde rooms-katholieke grond liggen, terwijl het voor zijn vrouw niet was toegestaan om in protestants gebied te worden begraven. Ze mocht zelfs niet over de protestantse dodenakker lopen. In plaats van een prominente plek op de begraafplaats koos Van Gorkum voor een plekje in een hoek tegen de muur die de twee geloofsgedeelten scheidt. „Niemand snapte waarom hij het zo wilde. Maar waarschijnlijk hebben de kinderen het wel geweten. Eigenlijk was deze plaats onwaardig voor een kolonel. Hij hoorde op een mooiere plaats te liggen.”
Toen zijn vrouw acht jaar later overleed, werd alles duidelijk. Ze had het recht om te worden bijgezet in de adellijke grafkelder van de Van Aefferdens, midden op het rooms-katholieke deel. Haar familie ligt in een van de belangrijkste en grootste grafkelders van de Roermondse stadsbegraafplaats. Maar Van Aefferden wilde daar niet worden bijgezet. Nee, ze koos voor een plekje pal naast haar man, aan de rooms-katholieke kant van de muur. „Ze is parallel aan de muur op het wandelpad begraven. Waarschijnlijk liggen beiden dieper dan de fundering van de muur, zodat zelfs de muur niet meer tussen hen in staat.”
Lijfspreuk
Na het overlijden lieten de kinderen de monumenten met elkaar verbinden. „Aan de kant van Van Aefferden steekt een vrouwenhand over de muur. Haar mouw is afgezet met kant. Aan de zijde van Van Gorkum is een mannenhand te zien.” Op beide monumenten staat de lijfspreuk van Van Gorkum: ”Vivit post funera virtus”, de deugd blijft na de dood bestaan. Op het monument van Van Gorkum, die als eerste overleed, staat het wapen van de familie Van Gorkum. Op het graf van zijn vrouw staat zowel het familiewapen van haar man als dat van de Van Aefferdens. De tekens vormen samen een zogeheten alliantiewapen.
Het grafmonument is de afgelopen anderhalve eeuw enkele keren gerestaureerd. Door verzakkingen van de grond ging een van de zerken scheef staan. Dat veroorzaakte ook schade aan de handen, die in de verdrukking raakten. De oorspronkelijke handen zijn niet bewaard. De tweede set is, evenals de originele wapensteen, te bezichtigen in het gerestaureerde voormalige lijkenhuis op de begraafplaats. Binnen in de nieuwste handen, die enkele jaren geleden op het monument werden geplaatst, is extra stevig materiaal aangebracht. Of dit de tand des tijds kan doorstaan, zal de komende jaren moeten blijken.
Oktober is de Maand van de Geschiedenis. Het thema luidt: ”Geluk”. >>maandvandegeschiedenis.nl