GeschiedenisBombardement op Biggekerke in 1944

„Het leed dat op Walcheren geleden is, is nimmer te beschrijven”

Ouderling Zachariasse fietste naar Vlissingen om er een leesdienst te leiden. Toen hij terugkwam in Biggekerke, bleek zijn hele gezin omgekomen te zijn, en tien andere familieleden ook.

L. Vogelaar
16 September 2024 20:12
Ravage in Biggekerke na het bombardement op 17 september 1944. Dinsdag wordt de ramp herdacht die het Walcherse dorp tachtig jaar geleden trof. beeld Zeeuwse Bibliotheek
Ravage in Biggekerke na het bombardement op 17 september 1944. Dinsdag wordt de ramp herdacht die het Walcherse dorp tachtig jaar geleden trof. beeld Zeeuwse Bibliotheek

Het bombardement op het Walcherse dorp kostte 45 burgers en 7 Duitse militairen het leven. Cornelis Zachariasse (1905-1983) verloor zijn vrouw, Janna de Bruine (39), en ook de drie kinderen kwamen om het leven: Pieter (2), Adriaan Jan (3) en Jan Adriaan (5). Ook Johannes Klaasse bleef alleen over: ook hij verloor zijn vrouw (zij was ook 39 jaar) en alle drie de kinderen. Een van de mannen vroeg aan Maaike de Wolf (18), die bij de EHBO zat, waar zijn vrouw en kinderen waren. Niemand durfde het tegen hem te zeggen. Maaike zei: „Daar zorgen anderen voor.”

Dinsdag staat Biggekerke weer stil bij de ramp die het dorp trof op 17 september 1944. Geallieerde vliegtuigen vielen Duitse veldartillerie tussen Biggekerke en Valkenisse aan. Daar stonden echter alleen houten imitatiekanonnen, om de bevrijders te misleiden. De echte kanonnen waren maanden geleden al overgeplaatst en het verzet had dit meermalen aan Londen gemeld. Toch nam het Britse RAF Bomber Command de stellingen op de korrel. Een vergissingsbombardement met desastreuze gevolgen.

C. Zachariasse verloor zijn gezin en ook andere familieleden tijdens het bombardement. beeld fam. Zachariasse

Troosteloze puinhoop

Eerst vlogen Mosquito’s (jachtvliegtuigen) over, die de doelen met lichtmunitie markeerden. Daarna kwamen de bommenwerpers. De 28 Lancasters lieten hun dodelijke last vallen, en een deel explodeerde in het westelijke deel van Biggekerke. Er waren op die mooie zomeravond veel mensen buiten.

Het bombardement duurde maar enkele minuten, maar richtte een ravage aan. Het sloeg een gat in de dorpskern, net naast de oude kerk. Huizen, winkels, boerderijen en een café lagen in puin. Andere gebouwen werden zwaar beschadigd, zoals de hervormde pastorie en de school.

Een zwarte dag voor Walcheren, noteerde Stien de Visser (later bekend als dichteres Christien de Priester). „Die avond vonden niet minder dan 68 mensen de dood, 23 te Vlissingen en 45 in dat kleine Biggekerke, waar vele plaatsen waar eens vriendelijke huisjes stonden, veranderd waren in een gapende vijver, of in een troosteloze puinhoop.”

Van de 45 burgerslachtoffers –allemaal Zeeuwen van geboorte– was boerenknecht Johannis Janse (79) het oudste. Er waren zestien kinderen onder de 16 jaar bij. Sommige doden waren ernstig verminkt.

Verslagen

Al in het jaar waarin hij trouwde, 1937, was Kees Zachariasse ouderling geworden in de gereformeerde gemeente van Vlissingen, en hij bleef dat totdat hij in 1960 naar Serooskerke verhuisde en in Oostkapelle ging kerken. Op 26 april 1945 was hij afgevaardigde naar de eerste naoorlogse classisvergadering in Middelburg. Ds. A. Visser wees in zijn openingswoord op „hetgeen doorleefd is in de afgelopen tijd, waar Gods tuchtigende hand over ons volk en in het bijzonder over ons geweest was en de gevolgen van de oorlog zo ontzettend zijn”.

Zachariasse had het ondervonden. Hij was met zijn gezin uitgeweken naar Biggekerke. Niet alleen zijn vrouw en kinderen kwamen daar om, maar ook zijn ongetrouwde zus Johanna (Jo, 25). Tijdens het bombardement zat ze in de kelder met haar nichtje Laurina Johanna (Ineke) Voskuil op schoot. Zo zijn ze gevonden; beiden hadden de ramp niet overleefd.

Ineke, het enige kind van een andere zus van Zachariasse, stierf „in den aanvalligen leeftijd van 1 jaar en 5 maanden”, zoals haar ouders in een advertentie meldden. Zij maakten de ramp niet mee: vader zat in Domburg ondergedoken omdat hij niet voor de Duitsers wilde werken en moeder was opgepakt omdat de bezetter wilde weten waar haar man was.

Zachariasse verloor ook zijn tweede vader, Jan Poulus Kesteloo. Van een neef, die ook Cornelis Zachariasse heette, met zijn gezin van zeven kinderen waren alleen één zoon en één dochter levend uit de puinhopen gehaald.

„O, het leed dat op Walcheren geleden is, is nimmer te beschrijven.”” - - Oorlogsherinneringen van Stien de Visser

Volgens een boek over het bombardement was ouderling Zachariasse „totaal verslagen”. Er werd later nooit over gesproken, zeggen de kinderen uit zijn tweede huwelijk. Sommigen van hen waren al acht of negen jaar toen ze hoorden dat hun vader eerder getrouwd was geweest en kinderen had gehad. Ook in het gezin van zijn zus en zwager Voskuil werd niet gepraat over wat de oorlog had aangericht.

Stien de Visser schreef in haar schrift: „O, het leed dat op Walcheren geleden is, is nimmer te beschrijven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer