Indonesische Yosua mist eetkraampjes in straten van Delft
Piramides, torens, koepels en bruggen fascineren hem. „Ik vind het boeiend om te weten hoe architectonische structuren zijn ontworpen”, zegt Yosua Japara (25) uit Indonesië. In zijn thuisland heeft hij zijn bachelordiploma civiele techniek behaald; nu volgt hij de masterstudie aan de Technische Universiteit in Delft. „Als christen vind ik het opvallend dat God wil wonen in gebouwen die door mensen zijn gemaakt, zoals de tabernakel en de tempel in het Oude Testament.”
De eetstalletjes die in Indonesië bij wijze van spreken op elke straathoek te vinden zijn, mist Yosua in Delft. „Daar kun je 24 uur per dag voor weinig geld eten kopen. Hier zijn maaltijden veel te duur, dus moet ik de hele tijd zelf koken. Je kunt moeilijk met een lege maag studeren.”
Yosua, die sinds augustus 2015 in Nederland is, wilde eigenlijk naar het Imperial College in Engeland. Zijn aanvraag mislukte echter. Omdat de TU Delft een goede reputatie heeft op online universitaire ranglijsten en een hoogleraar van zijn bachelorstudie deze universiteit aanbeval, kwam hij uit bij Delft. „Gelukkig heb ik al snel internationale vrienden ontmoet. Ik ben dankbaar dat zij me er de eerste studiemaand doorheen hebben geholpen.”
Bij internationale vriendschappen moet je wat meer moeite doen om elkaar te begrijpen, vindt de Indonesiër. „Onze verschillende manieren van uitdrukken en denken leiden soms tot misverstanden. Zo vond iemand mij overbezorgd, terwijl ik hem alleen maar wilde helpen.” Onlangs hoorde hij dat Nederlanders door kritiek te uiten juist interesse in andersmans werk tonen. „Indonesiërs kunnen wel wat leren van die houding. Het motiveert je als iemand met je meedenkt. Je werk kan erdoor verbeteren.”
Zeggen wat hij denkt, vindt Yosua niet altijd makkelijk, maar daar heeft zijn studietijd over de grens positief aan bijgedragen. „Ik ben nogal verlegen en heb tijd nodig om mijn mening onder woorden te brengen. Ik ben dankbaar voor de ruimte daarvoor op de universiteit en in de kerk.”
Yosua, in Indonesië lid van een gereformeerde evangelische kerk, leeft nu mee met de International Christian Fellowship in Delft. „De diensten helpen me in het dagelijks leven, omdat ik hoor wat de Bijbel zegt over relaties, werk, zonde en genade.”
Op de discipelcursus die hij ook bezocht, leerde hij meer over het uitdragen van zijn geloof. „Ik voelde altijd druk als ik de kans had om het Evangelie te delen.” Eens vroeg een moslim hem in een groep mensen naar het christendom. Yosua dacht: Dit is misschien de enige keer dat deze mensen erover horen. Hij werd bang en kwam niet goed uit zijn woorden. „In de discipelcursus heb ik geleerd dat God mensen gebruikt als een schakeltje in iemands leven. Die wetenschap geeft me weer moed om het Evangelie te delen.”
Dit is deel 3 van een serie over internationale christenstudenten.