Mogelijk Nederlandse techniek in raketprogramma’s
Nederlandse technologie is mogelijk gebruikt in massavernietigingswapens of raketprogramma’s van Iran, Pakistan en Syrië. Dat heeft het kabinet aan de Tweede Kamer laten weten.
„In een aantal gevallen hebben de diensten aanwijzingen ontvangen over gebruik van Nederlandse technologie in programma’s voor massavernietigingswapens of overbrengingsmiddelen in Iran, Pakistan en Syrië”, schrijven demissionaire minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel), Bert Koenders (Buitenlandse Zaken) en Klaas Dijkhoff (Defensie). In dergelijke gevallen „volgt onderzoek van de Douane en kan het Openbaar Ministerie tot vervolging overgaan”.
De bewindslieden reageren op Kamervragen van de VVD naar aanleiding van een interview van het ANP met de baas van de militaire inlichtingendienst MIVD, generaal-majoor Onno Eichelsheim. Die verklaarde daarin medio vorige maand dat de Nederlandse inlichtingendiensten jaarlijks een „substantieel” aantal buitenlandse pogingen verstoren om aan kennis en materialen voor massavernietigingswapens te komen.
Massavernietigingswapens zijn chemische, biologische of nucleaire wapens. Volgens Eichelsheim is ons land „bijna een supermarkt voor landen die dit soort wapens willen ontwikkelen”. Bedrijven en kennisinstellingen zijn zich onvoldoende bewust dat dit soort „landen van zorg” hier deze technologie proberen te verwerven, aldus de directeur van de Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst (MIVD).
De gezamenlijke eenheid Unit Contraproliferatie (UCP) van de MIVD en de AIVD houdt zich bezig met het tegengaan van de verspreiding van massavernietigingswapens en doet onderzoek naar heimelijke programma’s in risicolanden. Hoe vaak deze eenheid pogingen verhindert, wil de dienst niet zeggen. Bij de UCP werken enkele tientallen mensen.
Wel heeft Eichelsheim gezegd dat naar het ministerie van Buitenlandse Zaken ieder jaar tientallen ambtsberichten gaan om bijvoorbeeld een exportvergunning tegen te houden.