Afgelopen voorjaar nam Urk het initiatief om met visserijgemeenten uit Nederland, België, Denemarken en Frankrijk gezamenlijk druk op Brussel uit te oefenen. Daar hebben zich nu gemeenten uit Duitsland, Ierland, Spanje en Zweden bij aangesloten.

„De visserij is een van de weinige sectoren in Europa waar we een gemeenschappelijke bron delen: de zee waaruit duurzaam geoogst wordt”, verklaart de Urker visserijwethouder G. Post (SGP). „Toegang tot de Britse wateren is van cruciaal belang voor onze vissers, net zo goed als toegang tot de Europese markt dat is voor de Britse visserijbranche.”

De ”Declaration of European fishing communities” werd officieel gelanceerd met de ondertekening door Alberto Nunez Feijoo, president van de Spaanse regio Galicië. Vanuit Nederland is de verklaring ondertekend door de gemeenten De Marne, Den Haag, Den Helder, Goeree-Overflakkee, Harlingen, Hollands Kroon, Katwijk, Schouwen-Duiveland, Sluis, Texel, Urk, Velsen en Vlissingen en de provincies Flevoland, Groningen, Noord-Holland en Zeeland.

De gemeenten trekken samen op met de European Fisheries Alliance (EUFA), een koepel van visserijorganisaties uit negen lidstaten: de acht al genoemde landen plus Polen. Vanuit Nederland zijn de Redersvereniging voor de Zeevisserij –brancheorganisaties van de zogeheten pelagische visserij (vriestrawlers)– en de twee organisaties van kottervissers VisNed en de Nederlandse Vissersbond bij EUFA aangesloten.

Volgens de Urker wethouder Post is een blijvende toegang van Europese vissers tot de Britse wateren van fundamenteel belang voor de toekomst van van de vissersdorpen. Hij ziet „met zorg” dat veel Britse politici en visserijorganisaties daar juist aan willen morrelen. „Terwijl we die visgronden al eeuwen met de Britten delen.”

De Britten willen volgens Post ook tornen aan de verdeling van de vangstquota, die in Europees verband sinds jaar en dag van kracht is. Als dat gebeurt, heeft dat direct gevolgen voor de economische ontwikkeling van de vissersdorpen op het continent, waarschuwt hij.