Geldtekort bedreigt natuurbescherming
Vertegenwoordigers van 154 landen hebben donderdag in Bangkok een internationale conferentie afgesloten over een betere bescherming van planten- en dierensoorten. Natuurbeschermingsorganisaties reageerden over het algemeen tevreden op de uitkomsten, maar de Nederlandse voorzitter van de zogeheten Cites-conferentie, Willem Wijnstekers, waarschuwde voor geldtekorten om de komende jaren alle nieuwe plannen ook uit te kunnen uitvoeren.
„We moeten meer doen met minder geld”, aldus Wijnstekers tegen journalisten in de Thaise hoofdstad. Hij vreest dat vooral ontwikkelingslanden uiteindelijk te weinig middelen zullen hebben om nieuwe afspraken over bijvoorbeeld controle op illegale ivoorhandel ook te kunnen uitvoeren.
Wijnstekers had de lidstaten gevraagd om een stijging van het budget met 10 procent, maar hij kreeg maar 3 procent toegezegd. Dat betekent dat er voor de komende drie jaar een krappe 5 miljoen dollar beschikbaar is. De eerstkomende Cites-conferentie is in 2007 in Nederland.
Tijdens de vergadering in Bangkok stond het zogeheten Cites-verdrag centraal dat sinds 1975 van kracht is en de internationale handel reguleert. De tot dusver behoorlijk succesvolle overeenkomst biedt momenteel bescherming aan ongeveer 5000 diersoorten en 28.000 soorten planten. Nederland trad in 1984 tot de Cites-landen toe. De uitvoering van het verdrag is in handen van het milieuprogramma van de Verenigde Naties, UNEP.
Verscheidene planten- en dierensoorten hebben in Bangkok een betere bescherming gekregen. Het gaat onder meer om de witte of mensenhaai, de napoleonvis, de spinschildpad en de bladstaartgekko uit Madagaskar. De handel in ramin, een bedreigde tropische hardhoutboom, wordt streng aan banden gelegd. De Europese Unie is de belangrijkste afnemer daarvan.
In de illegale handel in wilde dieren gaan jaarlijks miljarden om. De koop en verkoop van exotische dieren, bedreigde diersoorten en producten als slagtanden vormen na illegale drugs- en wapenhandel de grootste zwarte markt ter wereld.