Op de Tempelberg verandert iets niet zomaar
RD-correspondent Alfred Muller levert wekelijks vanuit Jeruzalem commentaar op ge-beurtenissen in Israël. Vandaag: Rondom de Tempelberg is voorzichtigheid geboden.
Met enige regelmaat bezoek ik het gebied rond de Tempelberg. Wat sterk opvalt is dat de veranderingen snel gaan rondom deze ultra-gevoelige heilige plaats. Dat geldt ook voor het werk van archeologen, die soms opzienbare ontdekkingen doen in hun zoektocht naar gegevens uit de tijd van de Eerste Tempel (van koning Salomo) en Tweede Tempel (vanaf circa 500 voor Christus). Hun werk concentreert zich op de Stad van David, het oudste gedeelte van Jeruzalem ten zuiden van de Tempelberg.
De Tempelberg zelf blijft officieel echter onaangeroerd. Dat wil zeggen dat het aanzien niet wezenlijk veranderd is sinds de Zesdaagse Oorlog in 1967, toen Israël Jerzualem herenigde. Minister van Defensie Moshe Dayan bepaalde na die oorlog dat het dagelijks bestuur over de Tempelberg zelf in handen van moslims zou komen, terwijl Israël zeggenschap behield over het gebied rond de berg.
Niet iedereen was toen gelukkig met dat besluit. Een kleine groep mensen, zowel van binnen als buiten Israël, vond dat Israël de tempel had moeten herbouwen. In 1969 stak de christelijke Denis Michael Rohan de preekstoel in de al-Aqsa moskee in brand. De psychisch gestoorde man hoopte daarmee de eindtijd een stapje dichterbij te brengen.
In 1984 greep de Israëlische veiligheidsdienst leden van de Joodse ondergrondse in de kraag, die van plan waren de islamitische heiligdommen op te blazen. Ook tegenwoordig zijn er religieuze extremisten die liever vandaag dan morgen een verandering op de Tempelberg zouden willen zien. Het is daarom geen wonder dat de politie al jarenlang niet-moslims streng controleert voordat ze het heilige plateau op mogen.
Religieuze nationalisten zouden graag zien dat Joden nu al gebedsrechten op de Tempelberg krijgen. Dat zou een eerste stap zijn naar de herbouw van de tempel. Daarin verschillen ze van mening van de meeste orthodoxe Joden, die stellen dat de herbouw van de tempel aan de Messias moet worden overgelaten. Zo lang die er nog niet is, is de Westelijke Muur voor hen de gebedsplaats voor Joden.
De religieuze nationalisten bezoeken ook graag de Tempelberg, zeker in tijden van crises. In de afgelopen twee weken van de Tempelbergcrisis verdubbelde het aantal Joodse bezoekers bijvoorbeeld. De meeste moslims meden de berg toen juist uit protest tegen de Israëlische veiligheidsmaatregelen na de moord op twee politieagenten bij een van de ingangen.
Moslims staan ronduit negatief tegenover eventuele Joodse gebedsrechten op de Tempelberg. De kans dat dit standpunt verandert is klein, maar de enige hoop erop is via de weg van interreligieuze Joods-islamitische dialoog.
Dat veranderingen niet zomaar kunnen worden afgedwongen, bleek de afgelopen dagen duidelijk. Onder druk van Jordanië en duizenden moslims werd de Israëlische regering gedwongen bakzeil te halen en de detectors en camera’s weg te halen.