Franse boeren snakken naar het einde van Brussel
Een fors deel van de Franse bevolking heeft bij de eerste ronde van de presidentsverkiezingen duidelijk gemaakt sceptisch tegenover Europa te staan. Onder hen zijn veel boeren.
Mark Heijster
Traditioneel hebben Franse boeren een voorkeur voor een rechtse, conservatieve kandidaat. Jacques Chirac, Nicolas Sarkozy: ze konden rekenen op steun van de boeren. Maar de centrumrechtse François Fillon leek uit de gratie geraakt. Steeds meer Franse boeren zetten vraagtekens bij het Europese landbouwbeleid en zoeken hun heil bij het Front National.
Het is een teken aan de wand. Vijftien jaar geleden werd Jean-Marie Le Pen nog flink uitgefloten bij zijn rondje over de jaarlijks terugkerende Parijse landbouwbeurs. Dit jaar kon zijn dochter Marine juist rekenen op veel belangstelling. Veel boeren zijn van mening dat het landbouwbeleid op de schop moet. Ze twijfelen of het toekomstige beleid nog wel vanuit Brussel bepaald moet worden.
De beroepsgroep staat al decennialang onder zware druk. Het aantal boeren in Frankrijk is de afgelopen vijftig jaar fors afgenomen: van de 4 miljoen in 1963 zijn er nu nog 1 miljoen over. Het electorale belang van deze kiezersgroep lijkt op het eerste gezicht dus beperkt. Maar het is aannemelijk dat de verschuiving naar uiterst rechts ook zichtbaar is bij kiezersgroepen die zich nauw verwant voelen met de beroepsgroep.
Aan het plafond
Vooral Franse melkveehouders hebben het zwaar te verduren sinds in 2015 de melkquota werden losgelaten. Vorig jaar zomer daalde de melkprijs naar een nieuw dieptepunt. Nog geen 0,26 eurocent leverde een liter melk op, terwijl de productiekosten voor diezelfde liter rond de 0,34 eurocent schommelen. Er gaan geruchten dat grote supermarktketens de melkprijs zelfs nog met 8 tot 10 procent naar beneden willen schroeven.
De vleeskoeien van Eric Gronfier (50) uit Charolles, bij Mâcon, schrikken nauwelijks op als de lawaaierige quad van de boer dichterbij komt. Gronfier heeft 249 koeien en runt het bedrijf met zijn inmiddels 80-jarige vader. Ze verzetten veel werk voor een salaris van ongeveer 1300 euro per maand. Het inkomen van zijn vrouw heeft hij hard nodig, want de boerderij zelf levert niet genoeg meer op.
Gronfier: „Een kilo vlees levert me tussen de 3,50 en de 4,00 euro op. Die prijs is de laatste veertig jaar niet wezenlijk veranderd.” Maar heel veel kosten zijn wél sterk gestegen, zoals recent de kosten voor mestverwerking. „En als ik een tractor moet laten repareren, kost me dat 50 euro per uur. Vroeger werd dat werk gedaan voor 15 euro per uur, nu is dat bijna vier keer zo veel. Alle kosten nemen toe, maar de inkomsten blijven gelijk.”
Om de kostenstijgingen te compenseren, kreeg Gronfier lange tijd forse subsidies, maar dat gebeurt niet meer. De afgelopen jaren heeft hij het kunnen redden door de veestapel verder uit te breiden. Maar nu zit hij aan het plafond. Meer groei zit er niet in.
Het Front National wil dat Frankrijk geld dat nu naar Brussel gaat, investeert in een nationaal landbouwbeleid. Daarbij staat de partij een beleid voor ogen waarbij bedrijven de menselijke maat behouden en waarbij er oog is voor het landschappelijk belang. Het moet afgelopen zijn met de drang om steeds verder te intensiveren om producten nog goedkoper te krijgen.
Gronfier: „Er wordt vanuit andere Europese landen vaak naar ons gewezen: „Ach, jullie krijgen zo veel subsidie vanuit de EU”, hoor je dan. Maar mensen vergeten dat we eerst zelf 21 miljard aan de EU betalen. In Frankrijk hebben we bovendien met allerlei beperkingen te maken die in andere landen niet zo gelden.” Als voorbeeld noemt hij de moeilijkheden rond schaalvergroting. „In Nederland is het denk ik gemakkelijker om intensiever te gaan werken. Maar hier is het niet mogelijk om zomaar wat heggen plat te walsen om het aantal vierkante meter uit te breiden.” Grond blijft in Frankrijk vaak generatieslang binnen de familie.
Pierre-Antoine Bailly, een 29-jarige collega uit de buurt, valt hem bij. „Het Europese systeem wil dat we verder intensiveren. In de Verenigde Staten komen ze hier al van terug. Waterbekkens zijn vervuild. En ze waarschuwen ons om niet dezelfde kant op te gaan. Europees denken en ook mondiaal denken zijn voor de landbouw de dood in de pot. Maar zelfs de vakbond is pro-Europees. Je kunt niet anders dan dit tegenstrijdig noemen.”
Vrijhandelsverdrag
Bailly en Gronfier maken zich zorgen over het omstreden vrijhandelsverdrag tussen Canada en de Europese Unie. En het waren juist de republikeinen van François Fillon die op 15 februari in meerderheid vóór het verdrag stemden. Onbegrijpelijk, oordelen beide mannen. Gronfier: „Dit is de partij waar de meeste boeren tot voor enkele jaren geleden voor te porren waren. Maar dat gaat veranderen. Straks komt er goedkoop geproduceerd Canadees vlees onze kant op. Het is een schande.”
Zondag spreken de Fransen zich in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen uit voor een stem op Marine Le Pen óf de pro-Europese Emmanuel Macron. Voor deze boeren is de keuze helder.