LTO en NVV in de bres voor varkenshouder
Het nieuwe kabinet moet varkenshouders de ruimte geven om „de duurzame en diverse” Nederlandse varkenshouderij verder te kunnen ontwikkelen. Daarmee krijgt de consument de komende jaren zekerheid dat hij goed, veilig en betaalbaar varkensvlees kan blijven eten.
Dat stelden de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) en LTO Varkenshouderij zaterdag. De twee organisaties komen met een puntenplan, met maatregelen op het gebied van dierenwelzijn en -gezondheid, duurzaamheid, inkomen, milieu en lastenverlichting. NVV en LTO Varkenshouderij hebben hun ”KrACHTpunten”-plan gestuurd aan informateur Schippers.
NVV en LTO schetsen daarin wat nodig is voor het nog verder verbeteren van de positie van de Nederlandse varkenshouderij. Die loopt volgens hen voorop in duurzaamheid en is divers, met 4800 gangbare, scharrel- en biologische varkenshouders.
De organisaties benadrukken het economisch belang van de sector. „Zou de Nederlandse varkenshouderij er niet meer zijn, dan kost dit ruim 26.000 arbeidsplaatsen en vervalt een jaarlijkse economische waarde van ruim 8 miljard euro (1,5 procent in aandeel in totale economie)”, schrijven ze in hun plan.
NVV en LTO willen geen extra maatregelen zolang de markt daar niet voor betaalt. „De Nederlandse varkenssector heeft zelf het initiatief genomen om te komen tot een toekomstbestendige varkenshouderij waarin de belangen van mens, dier en omgeving centraal staan, via het Actieplan Vitalisering Varkenshouderij”, zeggen NVV-voorzitter Ingrid Jansen en voorzitter Eric Douma van LTO Varkenshouderij.
Kalveren
De import van kalfjes heft de helft van de milieueffecten van het slachten van koeien op, zegt de activistenorganisatie Wakker Dier. „Terwijl Nederland in 2017 zo’n 175.000 melkkoeien naar het slachthuis stuurt om het milieu te ontlasten, importeert de kalversector dit jaar ruim 700.000 kalveren.”
Wakker Dier staat daarom op de achterste benen. Uit CBS-cijfers leidt Wakker Dier af dat de vleeskalversector in januari en februari 113.175 kalveren heeft geïmporteerd, vooral uit Duitsland, maar ook uit Letland, Estland en Tsjechië.