Was middeleeuwse Fries Hessel van Martena collaborateur of held?
Hertog Albrecht van Saksen maakte in 1498 een einde aan de eeuwenoude Friese vrijheid. Conservator Marjan Brouwer geeft vanavond een lezing over deze cruciale gebeurtenis uit het Friese verleden in het Museum Martena in Franeker.
Hessel van Martena werd lang gezien als de oudste collaborateur van Friesland. Hij was een van de Friese edellieden die in 1498 hertog Albrecht van Saksen vroegen het bestuur van Friesland op zich te nemen. Hiermee kwam een einde aan de eeuwenoude Friese vrijheid, kreeg Friesland een centraal bestuur en werden er belastingen ingevoerd.
Conservator Marjan Brouwer van Museum Martena, gevestigd in het stadskasteel dat Martena rond 1500 liet bouwen, begrijpt Martena wel. „Het was een erg roerige tijd toen Albrecht naar Friesland kwam. Er heerste een soort burgeroorlog die voor veel onveiligheid en economische schade zorgde. Edellieden als Hessel hoopten dat Albrecht hieraan een einde kon maken.”
Eeuwenlang bestond er geen centraal bestuur in Friesland. „Tijdens de Friese vrijheid maakten verschillende rijke edellieden de dienst uit en gold het recht van de sterkste.”
Doordat deze edellieden in de loop van de 15e eeuw meer gebruik gingen maken van huurlegers raakten de verhoudingen uit balans. „Dit leidde soms tot bloedige conflicten.”
Friesland had nog geen officiële hoofdstad toen Albrecht aan de macht kwam. Hij bestuurde het gebied in eerste instantie vanuit het Sjaardema-slot in Franeker.
Deze waterburcht stond op de plek van het huidige Sjûkelân, het kaatsveld op het Sternse Slotland in Franeker, waar elk jaar de pc-wedstrijd wordt gekaatst. „Dat was toen het grootste kasteel van Friesland en de Sjaardema’s waren de belangrijkste Friese edellieden.”
De overname van Friesland ging niet zonder slag of stoot. „De Friezen hebben hun vrijheid eeuwenlang zwaar bevochten tegen bijvoorbeeld de Hollanders. Ze waren niet bekend met een centraal bestuur en het heffen van belastingen.”
Met harde hand
Nadat Albrecht in 1500 Franeker verliet en het gezag overdroeg aan zijn zoon Hendrik van Saksen, ook wel Hendrik de Vrome genoemd, kwamen verschillende Friese dorpen in opstand en werd Franeker belegerd. „Hendrik wist de situatie niet onder controle te krijgen en riep de hulp van zijn vader in. Die sloeg de opstand met harde hand neer.”
Als dank voor de trouw van de Franekers bepaalde Albrecht dat Franeker tot in lengte van dagen vrijgesteld werd van de accijnsheffing op bier.
Hendrik de Vrome bleef niet lang in Friesland en droeg het bestuur in 1505 over aan zijn broer George. „Hij was degene die veel veranderingen heeft doorgevoerd.” George van Saksen verplaatste het bestuur naar Leeuwarden. „Dat was toen al een grotere stad. Hier woonden meer geletterde mensen die hij kon gebruiken voor zijn bestuur.”
Rond 1500 was het Bildt nog een onbewoond kweldergebied. George van Saksen beschouwde dit als zijn eigendom en liet het in 1505 bedijken. „Met de verpachting van het nieuw gewonnen land verdiende George een flinke som geld. Ook Hessel van Martena profiteerde hiervan mee.”
Martena had volgens Brouwer al zijn hoop op de Saksen gevestigd. „Hij had zijn dochters aan Saksische edellieden uitgehuwelijkt en was een van de belangrijkste gunstelingen van de Saksische hertogen. Alhoewel hij afstamde van eenvoudige adel wist hij dankzij de Saksers de rijkste edelman van Friesland te worden.”
De Saksische tijd eindigde in 1515 toen George zijn aanspraken op Friesland en Groningen voor 100.000 gulden verkocht aan keizer Karel van het Heilige Roomse Rijk. „In feite was dit een sigaar uit eigen doos omdat Friesland en Groningen officieel altijd al onderdeel waren van het Heilige Roomse Rijk.”
De Saksische hertogen hebben de basis gelegd voor het centrale bestuur van de latere provincie Friesland. Ze wisten echter niet de onrust uit te bannen die het landsdeel al jaren teisterde. „Aan het einde van Georges heerschappij was Friesland verscheurd in een strijd waarin onder andere de stad Groningen en de hertog van Gelre een rol speelden.”
Dit was ook de tijd waarin de vrijheidsstrijder Grutte Pier uit Kimswerd opstond om de Friese vrijheid te herstellen. „Pier streed tegen de Saksische hertog en later de keizer en de Hollanders.”
Ontvoerd
Hessel was een tegenstander van Pier. Het schijnt zelfs dat Grutte Pier Hessels dochters enige tijd heeft ontvoerd. „Maar hij heeft hen uiteindelijk weer vrijgelaten.”
Hessel overleed in 1517 op het eiland Rhodos toen hij terugkeerde van een pelgrimsreis naar Jeruzalem. „De strijd in Friesland kwam uiteindelijk in 1524 tot een einde toen het gezag van Karel V ook door de opstandelingen werd erkend.”
Doordat Hessel van Martena fors profiteerde van het Saksische bewind, werd hij door veel Friezen als een collaborateur gezien. „Zijn portret riep bij sommigen zo veel woede op dat ze aangaven dat ze het wel zouden willen bespugen.”
Een paar jaar geleden bleek echter dat het portret, waarvan jarenlang werd gedacht dat het om Hessel van Martena ging, iemand anders verbeeldt. „Er stond geen naam bij en wij vonden altijd al dat hij er niet echt Fries uitzag. Daarnaast leek het portret nieuwer dan 1517.”
Een paar jaar geleden kreeg het museum het verlossende antwoord van een boekhandelaar uit Franeker. „Toen hij de collectie van zijn vader opruimde kwam hij een prent tegen met hetzelfde gezicht als onze Hessel van Martena. Deze man bleek echter Johan von Isolani te heten, die een eeuw later dan Hessel leefde. Hij was aanvoerder van een groep Kroatische ruiters.”
Het is nog steeds een raadsel voor het museum hoe dit portret in het Martenahuis terecht is gekomen.