Vaccinatiegraad onder refo’s stijgt langzaam per generatie
De vaccinatiegraad in de reformatorische gezindte neemt per generatie geleidelijk toe, maar niet of nauwelijks in de meest behoudende kerken.
Dat blijkt uit onderzoek onder bijna duizend mensen in de leeftijd van 18 tot 40 jaar met een reformatorische achtergrond door Helma Ruijs en collega’s, werkzaam bij de GGD Gelderland-Zuid en de academische werkplaats Amphi van het Radboudumc. De resultaten verschenen recent online in het tijdschrift European Journal of Public Health.
De onderzoekers kwamen in contact met respondenten via het RD, Terdege, de website refoweb en reformatorische studentenorganisaties. Bijna duizend mensen vulden online een vragenlijst in. De onderzoekers vroegen daarin onder meer naar hun vaccinatiestatus, die van hun ouders en hun (eventuele) kinderen.
De vaccinatiegraad onder de deelnemers als geheel was 55 procent, terwijl 40 procent van hun ouders gevaccineerd was. Van alle deelnemers had 65 procent hun kinderen laten vaccineren, of was van plan dit te doen als ze kinderen zouden krijgen.
Van de deelnemers die behoorden tot de PKN (Gereformeerde Bond) of de Christelijke Gereformeerde Kerken was gemiddeld 80 procent gevaccineerd, tegen 67 procent van hun ouders. Van hun kinderen was rond de 84 procent ingeënt.
In de Gereformeerde Gemeenten en de Hersteld Hervormde Kerk lagen de percentages lager. Van deze respondenten was gemiddeld 57 procent gevaccineerd, van hun ouders 39 procent. Van hun kinderen was respectievelijk 65,5 en 77 procent ingeënt.
De laagste percentages werden gevonden onder deelnemers uit de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en de Oud Gereformeerde Gemeenten. Van deze respondenten was bijna 11 procent gevaccineerd, van hun ouders 8,5 procent. Van hun kinderen was respectievelijk 10 procent en 19 procent ingeënt.
Van de deelnemers uit deze kerkverbanden had een derde nog geen definitieve keuze gemaakt of ze hun (eventueel toekomstige) kinderen wel of niet zouden laten vaccineren.
Uitgesplitst naar opleidingsniveau (hoog, gemiddeld en laag) had respectievelijk 86, 61 en 59 procent van alle deelnemers hun kinderen laten vaccineren.
De onderzoekers noemen het opvallend dat verschillen in vaccinatiegraad tussen generaties niet of nauwelijks optreden „in de meest behoudende kerken.” Ook vinden ze het opmerkelijk dat ongeveer een derde van de respondenten uit deze kerken nog twijfelt of ze hun eventuele toekomstige kinderen zullen laten inenten. Bij een slinkende niet gevaccineerde populatie zullen de intervallen tussen uitbraken van bijvoorbeeld mazelen langer worden en zal de gemiddelde leeftijd stijgen waarop de ziekte zich voordoet, denkt onderzoeker Ruijs.